Wild(ers)e beestenboel

Wilders en zo

Het was me het weekje wel.
De verkiezingsuitslag vond ik verpletterend. Al die mensen die op de PVV hebben gestemd. Over het waarom moeten ons achter de oren krabben. Wat is er mis gegaan. We kunnen nu echt niet meer om de ‘kapotte langspeelplaat’ (zoals Femke Halsema de heer Wilders noemde) heen.
Ik heb woensdag met een ‘kopvod’ gestemd. Uit protest. Niet dat het geholpen heeft, maar toch. De dames van het stembureau konden hun glimlach niet onderdrukken. Maar toen ik daarop inging door te zeggen dat ik de hoofddoek niet voor niets op had, werd ik streng toegesproken: in het stembureau mag geen beïnvloeding plaatsvinden. Weer wat geleerd.
Behalve de verkiezingen hebben dieren mij de vorige week ook flink bezig gehouden.
Vandaag de eerste uit de serie waargebeurde verhalen.

Vogelschrik

De dag na de verkiezingen (ook nog onze trouwdag) toog ik naar Hilversum. Afspraak met een ICT-leraar, die mij wil helpen met het vervolmaken van de website van de stichting, waar ik al ruim 10 jaar secretaris van ben (www.svashram.nl).
Het was benauwd weer. Dus deed ik het raam van mijn Fordje half open. Reed door Hilversum. Werd plotsklaps overvallen door een zwerm vogels, die wel erg laag over vlogen. Een van hen knalde door het autoraam naar binnen om vervolgens tussen mijn hoofdsteun en mijn nek te landen. Niet zonder protest, dus luid klapperend met vleugels en in mijn hoofd pikkend. Ik gilde het uit en dook voorover op mijn stuur. Keek in de achteruitkijkspiegel en zag dat ik aan de kant kon. Ik kwam tot stilstand en wist niet hoe gauw ik naar de bijrijdersstoel moest vluchten. Het beest, vermoedelijk een jonge Vlaamse Gaai, zat inmiddels voorin. Op het fietspad kwam ik enigszins bij. Maar het gevogelte moest wel worden verwijderd.

Ekster

In het nauw

Ik klom de auto weer in, op zoek naar de onverlaat. Niet te vinden. Ik inspecteerde de vloer, schoof de stoelen heen en weer, nam zelfs de matjes op. Ik liep van de ene naar de andere kant van de auto. Het dier was spoorloos, hoe zeer ik ook zocht. Mijn conclusie was dat het beestje ‘m in een onbewaakt ogenblik was ‘gevlogen’.

Nog enigszins aangeslagen arriveerde ik bij de school. Kopje koffie deed wonderen. Goed gesprek gehad. Terug in de auto rook ik vogel. Het beest had van de zenuwen vast ergens gepoept, dacht ik nog.

Enkele minuten nadat ik vertrokken was, voelde ik gefriemel aan mijn voeten. De Vogel. Ging zich nestelen onder de pedalen. Hoezo remmen?! Gelukkig had ik mij al jaren geleden voorgenomen wat te doen bij weigerende remmen: gaspedaal loslaten en de handrem aantrekken. Aldus werd door mij gehandeld, ik gaf de vogel nog wel een duw en trapte alsnog op de rem. Om vervolgens in een inham voor de bus, geluk bij een ongeluk, tot stilstand te komen. Met de nog uitgevouwen plattegrond van Hilversum heb ik het beest vervolgens de auto uit kunnen werken. Zijn of haar mooie blauwe ogen zullen me nog lang bij blijven. Maar de schrik zit nog diep. Bij het dier, maar zeker ook bij mij.

PS. Onlangs heb ik vastgesteld dat mijn Vlaamse gaai toch een ekster is geweest. Doet echter verder niets af aan het verhaal, noch aan de omvang en impact van het gevogelte.

1 reactie

  1. Unknown op 17 juni 2010 om 11:16

    My goodness gracious! Dat is pas vogelschrik! Ik geef je een ere medaille voor excellent autorijden.