Sint Maarten in het Gooi
Wat een desillusie
Vorig jaar betrapte ik me op een ongemakkelijk gevoel bij de manier waarop in mijn dorp in het Gooi Sint Maarten werd ‘gevierd’. De inhalig- en gretigheid van de peuters en kleuters viel mij dat jaar echt op. Mijn pure onschuld daaromtrent was ik in 2008 ruimschoots kwijtgeraakt: de mandarijntjes en gedroogde abrikozen die ik tussen de zoetigheid had verstopt, werden me toen al niet in dank afgenomen.
In 2009 waren we goed voorbereid. Niets verantwoords meer, er stond gewoon een flinke schaal pure snoep klaar. Niet alleen het aantal groepen peuters en kleuters overviel ons dat jaar. Het was vooral het uitgesproken ‘ieder voor zich’. Van een gezamenlijke zak om het snoepgoed in op te bergen en later eerlijk te verdelen, was slechts in een geval sprake. Sint Maarten-liedjes werden afgeraffeld, de buit was verreweg het belangrijkste.
2010 spant de kroon
De kindertjes werden, alweer, niet alleen losgelaten in de donkere 11 november-avond. Moeders hielden ergens op de achtergrond hun kroost in de gaten. Net als in de voorgaande jaren waren vaders de grote afwezigen.
Het kroost zong een Sint Maarten-liedje, van ruim 4 seconden. Op verzoek volgde een tweede liedje, dat met evenveel tegenzin ten gehore werd gebracht. Het weer zat vanavond niet mee. Dus nodigde mijn man de eerste horde uit om onze keuken te bestormen. Bij aanblik van al het uitgestalde snoep waren ze nauwelijks meer in bedwang te houden. Ik duwde ze met zachte hand weer naar de voordeur. De hele gang lag bezaaid met plat getrapte sultana’s, die ze in de haast en begerigheid uit hun mond hadden laten vallen.
Het bleef vanavond bij slechts twee groepen. Een van 10, de andere minstens 12 (de moeders worden steeds efficiënter). Het grut gaf precies aan wat het wel en niet wilde: die hield niet van drop, alleen chocolade, en verschillende kinderen gingen mopperend naar het volgende adres: ze vonden dat ze niet genoeg snoep hadden gekregen.
Sint Maarten
Maarten werd in 316 geboren in Hongarije. Ging in dienst bij de Romeinen, klom op tot officier en werd door de keizer tot ridder geslagen. Op een hele koude dag in de winter zag hij een arme man zonder jas in de sneeuw zitten. Hij stapte van zijn paard af en sneed met zijn zwaard zijn eigen mantel doormidden en gaf de arme man een helft tegen de kou.
In 480 werd Sint Maarten officieel ingesteld als de advent, het begin van het kerkelijk jaar en de periode die de komst van Jezus inluidt.
Sint Maarten wordt jaarlijks gevierd, op 11 november. De traditie is dat kinderen zelf een lampion maken van papier, karton, een uitgeholde suikerbiet of pompoen met een kaarsje erin. In optocht gaan ze daarmee langs de huizen. Aan de deur zingen ze een aantal liedjes. In ruil daarvoor krijgen ze een kleine attentie, net zoals Sint Maarten die de helft van zijn mantel aan de arme man gaf.
Geen Jamin meer
Ik ben vandaag speciaal naar Jamin gegaan, voor deze kids.
Ze kwamen met gekochte lampionnen met op batterijen gestuurde lichtjes erin.
Heel even, vlak voordat de eerste keer de bel werd geluid, overwoog ik een briefje met het website-adres van de Stichting Vrienden Ashram in de snoepzakken mee te smokkelen. Natuurlijk heb ik daarvan afgezien. Het is vechten tegen de bierkaai. Zeker hier in het Gooi, waar de VVD nog altijd de grootste partij is. De partij die pleit voor afschaffing van ontwikkelingshulp…
Volgend jaar zorg ik dat ik er niet ben, de 11e van de 11e. De lol is eraf. Hebzucht zit diep en wordt hier blijkbaar met de paplepel ingegoten. De essentie van het verhaal van de mantel is heel, heel ver weg gezakt.