Sint Maarten en de Majoor

Vorig jaar, na de elfde van de elfde, schreef ik over mijn ervaringen met Sinte, Sinte Maarten in het Gooi. Nooi nie weer.

Zei ik toen. Ik ben nogal principieel en houd me aan beloftes.

Dus zit ik nu in het pikkedonker in mijn eigen huis terwijl kinderscharen zich in onze laantje verplaatsen met grote zakken, veel lawaai en bijzonder weinig gezang.

De eerste lading heeft nog niet gemeld, maar ze komen eraan…
Ik houd voet bij stuk. Denk daarbij aan ‘mijn’ kindertjes in India, de Ashram (http://www.svashram.nl/)
Wat zouden die al blij zijn met een piepklein snoepje.
Ik kreeg een jaar geleden snoep retour: niet lekker. Ze kwamen in hordes van tien tot vijftien, met hooguit twee ouders. Efficiënt, dat wel. Hooguit één St. Maarten-liedje werd half afgeraffeld, in het graaien waren ze absoluut veel beter.

Ik doe niet open, valt niet mee, maar ik heb dus ook geen snoep in huis gehaald.
Er wordt nu bij de buren aangebeld…

Het gedoofde licht voldeed. Eén groepje probeerde het, maar verstilde vervolgens. Verder zijn we deze 11-11-2011 met rust gelaten.

Wat een schril contrast met onze dochters.
De oudste, studerend aan de VU, kreeg een lunch aangeboden in verband met een uitwisseling met de universiteit Leiden. Er bleef een ongehoord aantal belegde broodjes over. Toen zij vroeg wat daar na afloop mee zou gebeuren, in de vuilnisbak dus, speelde haar opvoeding op.
Haar oma, mijn moeder, heeft tulpenbollen gegeten. In de (2e) wereldoorlog. In het schijnsel van een geïmproviseerd waxinelichtje, in een kamer verwarmd met kooltjes in een oude vuilnisemmer.
Ik ben van de naoorlogse generatie, maar heb de verhalen van destijds goed meegekregen. En doorgegeven.
Onze dochter, onthutst over het lot van de broodjes die waren overgebleven, overlegde met een medestudent. Ze belden het Leger des Heils. Met elk twee tassen vol eten aan het stuur fietsten beiden vervolgens naar de vestiging van dit ‘Leger’ aan de Oudezijds Voorburgwal. Ze werden door een paar Indiase Heilsoldaten met open armen ontvangen.

Onze jongste dochter, ook behept met ‘eten wegggooien is zonde’ (ik werd er tot voor kort om uitgelachen) woonde in een huis met meerdere dames. Ze kookt graag, en heel goed. Restjes vriest ze in. Ze was in alle staten toen een huisgenoot haar dierbare ‘restjes’ had weggegooid om, in de beperkte diepvriesruimte, plaats te maken voor een bak ijs.

Een van mijn beste vriendinnen is al 25 jaar peuterleidster. Ze wordt nu door Bussumse peuters uitgescholden voor kutwijf. Ik ben van huis uit pedagoge.
Ik denk dat er werk aan de winkel is, zeker hier in het Gooi.

P.s. Ik had niet veel op met het Leger des Heils. Alleen al omdat ze ‘anders sexsueel geaarden’ uitbannen. En ik ben erg trouw aan mijn twee zussen en hun vrouwen. Maar Majoor Bosshart was een bijzondere vrouw. En ruimdenkend als het over dit onderwerp ging. Ik heb (op eigen initiatief) de eer gehad een dvd van haar te mogen uit te brengen.