Borstkanker

Op de valreep

Het zal je maar overkomen…

Het is de laatste dag van de Borstkanker Maand. Als ‘ervaringsdeskundige’ wil ik meer mensen deelgenoot maken van mijn belevenissen, zeven jaar geleden.
Vrienden en bekenden, schrik niet, met mij het gaat nog steeds goed. Maar de schrik blijft er bij mij voor altijd in zitten, zeker nu weer iemand in mijn naaste omgeving ermee te maken heeft.

In 2005 werd bij mij borstkanker geconstateerd. De medische wetenschap heeft mij op tijd weten te redden, en dat kan helaas niet iedereen zeggen.
In die tijd schreef ik nieuwsbrieven om belangstellenden op de hoogte te houden van mijn wel en wee. Dat was voor mij een heerlijke uitlaatklep, en mijn ‘fanclub’ groeide. En daarmee het verzoek om er ‘meer mee te doen’. Helaas moest ik, om zeer persoonlijke redenen, vroegtijdig met schrijven stoppen.

Diverse mensen hebben destijds veel heeft gehad aan de manier waarop ik mijn ervaringen als borstkankerpatiënte onder woorden bracht. Wisselend van toon, soms cynisch, dan weer vol van humor of verdriet. Vorige week herlas ik mijn brouwsels van toen. Ze geven mijns inziens nog altijd een goed beeld van wat er met je gebeurt als je geheel onverwachts wordt getroffen door volksziekte nummer 5 (?) onder vrouwen.

In 2010 ben ik begonnen met mijn blog. En dat bracht mij deze week op het idee om ze daar alsnog op te plaatsen. In de hoop dat met name lotgenoten er iets aan kunnen hebben.

Bussum, 25 februari 2005

Lieve familie en vrienden,

Allereerst veel dank voor jullie lieve kaarten. Kaarten zijn op dit moment nog ongeveer het enige wat ik lees, en herlees. Omdat aan de vele blijken van medeleven tegemoet te komen, heb ik besloten jullie om de zoveel tijd via een bijlage bij de mail op de hoogte te houden van het wel en wee in de Ruthardlaan. En wie er geen tijd of zin in heeft, is er altijd nog De Prullenbak. Dat is het voordeel van e-mail. Voorop gesteld dat ik het trouwens leuk vind om mail te ontvangen (stille hint…).
Deze eerste bijlage is wat omvangrijk omdat ik niet weet wie wat wel en niet weet en wil weten.

Kort resumerend heb ik 15 februari (2005) voor mij totaal onverwachts vernomen dat men een kwaadaardige tumor met een grootte van 15 mm. had ontdekt.

Borstenbus

En wel bij mij. Een normaal mens krijgt in deze tijd de griep. Ik werd n.a.v. het bevolkingsonderzoek in de ‘borstenbus’ (tenslotte net 50 jaar geworden) doorgestuurd, maar verkeerde in de veronderstelling dat het een herhaling van zetten was. In december vorig jaar immers hadden ze twee fibro adenomen gevonden. En die bleken goedaardig, en zouden dat altijd blijven. Omdat de bus nog geen dossier van mij had, ging ik ervan uit dat ze hetzelfde hadden gezien als men vorig jaar in Ziekenhuis Gooi Noord had geconstateerd.
Twee dagen later al kon/moest ik naar het ziekenhuis voor vooronderzoek en gelukkig vonden ze de twee poortwachtersklieren, die vanuit de tumor voor de afvalverwerking zorgen. Hadden ze met name de klier naar het borstbeen niet gevonden, dan hadden uit voorzorg al mijn lymfeklieren (20 stuks) ofwel ‘okseltoilet’ weggehaald moeten halen.

Operatie

Vrijdag 18 februari ben ik geopereerd. Eén uurdurende, borstbesparende operatie, om 5 uur kon ik al weer naar huis. Eega was ziek, bronchitus en griep erover heen, dus waren de hulptroepen uit Nijmegen (zus Carien) en Amsterdam (Soofje) opgetrommeld. Ze hebben mij met mijn ziekenhuisfobie bijgestaan in het ziekenhuis, ons gevoederd, mij in bad gedaan, jodium eraf gepoetst (ik bleek een jodium allergie te hebben), en zo meer. Onvergetelijk.

De hechtingen genezen wonderbaarlijk snel. Wel had ik vanaf woensdag last van een flinke bloeduitstorting, die zich aanvankelijk liet aanzien voor borstontsteking. Even naar de spoedeisende hulp, maar die wisten ons gerust te stellen.

Het feit dat ik zo snel terecht kon in het ziekenhuis heeft overigens geen medische, doch slechts psychologische reden.

Wachten op de uitslag

Nu is het wachten op de uitslag op 3 maart. Dan hoor ik of de twee weggehaalde klieren ‘schoon zijn’ ofwel geen kwaadaardige cellen bevatten, en of de tumor een 1, 2 of 3 krijgt. Afhankelijk daarvan moeten ze nog meer weghalen, en behalve radiotherapie ook nog tot chemotherapie overgaan. En/of hormoonpreparaten.

In ieder geval moet ik, zelfs als er het beste scenario uitkomt, minstens 5 weken lang 5 dagen per week naar het Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Lichtpuntje: ondanks de forse bezuinigingen in de gezondsheidszorg is de taxivergoeding in dit soort gevallen nog niet geschrapt. Dus laat prinses Eleonora Margaretha zich in principe straks rijden.

Met mij gaat het, los van dit medische verhaal, naar omstandigheden goed.
Toen ik het bericht te horen kreeg, was het of mij een paar ouderwetse oorvegen werden uitgedeeld. Suizebollend hoorde ik aan wat dr. Gerritsen mij probeerde uit te leggen. Ik kreeg nauwelijks tijd om het te beseffen of ik lag al onder het mes. Overigens niet nadat ik nog wel drie dagen kokhalzend had rondgelopen. Bijzonder hoe lichaam en geest op elkaar kunnen inwerken.

Soort kraamtijd maar dan anders

Na de operatie was ik een aantal dagen zeer rusteloos, ik voelde me als aangeschoten wild, dat z’n draai niet meer kan vinden. De afgelopen anderhalve week is het beste te vergelijken met een kraamtijd: je bent niet ziek, maar er is lichamelijk en geestelijk wel het een en ander gebeurd. Zeker ook qua borsten! Je bent emotioneel wat labiel, en wordt overladen met bloemen en kaarten. De eerste week ben je de regie over jezelf en het huishouden grotendeels kwijt, maar dat vind je niet erg. En je brengt beslist meer tijd in bed door dan normaal. Gebroken nachten inclusief.

Zoiets dus.

Overigens behoort het niet tot de onmogelijkheden dat ik nu al genezen ben, en totdat het tegendeel bewezen is, probeer ik me daar nu maar even aan vast te houden. 3 maart lijkt nog eindeloos ver weg… Mijn gezin is mijn grote steun en toeverlaat.

Hadden we nog een bijkomend probleem van poes Saartje die door de combinatie van het wegvallen van Koos (onze oudste poes, in november van het schuurtje gelazerd, dwarslaesie, einde verhaal), een jaarlijks bezoek, ook vorige week, aan de dierenarts en mijn ‘ toestand’ (het is een erg sensitief, op mij gericht beestje) (en dat moet ik twee slagersfamilies proberen duidelijk te maken!) aan het sproeien was geslagen. En wij dus ettelijke malen per dag, kruipend en ruikend over vloeren en plinten met Dethol en Fibreze probeerden de pieslucht te verdrijven. Maar ook dat is nu met hulp van een soort Ambipuur, maar dan 10 maal zo duur, eenzame opsluiting en wat dierpsychologisch inzicht onder controle. Bovendien zijn we er nu door mijn nachtelijke waakzaamheid achtergekomen dat er regelmatig een vreemde poes moet zijn binnen geslopen! En dat verklaart een hoop (pies).

Al bij al dus een lach en een traan. En ook wel weer veel extra aandacht en verwennerij. Dat wordt nog afkicken.

Slapeloosheid

Qua slapen is het nog ronduit knudde en dat is voor mij een nieuwe ervaring. Maar ook dat zal allemaal wel weer overgaan. Wel weet ik nu pas dat elke vrijdagnacht tussen 00.00 uur en 03.00 uur de Bussumse jeugd zich vanuit de plaatselijke kroegen De Kraan en De Boemel brallend en giechelend via onze straat naar hun Gooise matrasjes begeeft.

Ondanks het slaapgebrek schijn ik er toch goed uit te zien. En zo voel ik me in ieder geval lichamelijk wel. Topless zonnen is er voorlopig niet bij, maar daar is als ik naar buiten kijk ook geen enkele aanleiding toe. Ik voel me wel enigszins gebrandmerkt (los van twee littekens waaronder een van 6,5 cm.), en verzet me daar heftig tegen. Je krijgt een soort Aids-gevoel, iets van ongewild als bijna voor terminaal aangezien worden. En dat, schrik niet dames (en heren), terwijl 1 op de 9 vrouwen met borstkanker te maken krijgt! Goed- en kwaadaardig wel te verstaan. Negen en twaalf maanden borstvoeding geven uiteindelijk dus toch geen garantie.

Ik heb mijn baas reeds laten weten dat ik mijn RGA (Resultaat Gerichte Afspraken) voor dit jaar wellicht niet ga halen. Maar misschien wordt de dvd ‘De Kleine Waarheid’ (release 14 maart, prijs slechts € 19,95, via mij met 20% korting te verkrijgen) een even groot succes als Swiebertje, dan hoef ik dit jaar helemaal niet meer te werken, of zo.

Top Tien Foute Reacties

Vanaf het begin hebben we op aanraden van een buurvrouw een Top Tien van Foute Reacties ingesteld. Zoals die zijn:
1. Een collega geeft mij het email-adres van een kennis die me een ‘hart onder de riem zou kunnen steken (zij onderging een borstamputatie, en is na een jaar nog niet aan het werk en nog altijd kaal);
2. De verpleegster die mij zei dat ik het vooral ‘een plekje’ moest geven;
3. De bitches van de vercouverafdeling die, in plaats van te vragen of het een beetje met me ging, meldden dat ik ‘er zo slordig bij lag’ (ik lag wat scheef i.v.m. rugklachten)
4. De juffrouw van La Nouvelle Lingerie (de zaak waar ik dinsdag twee bodyshape-hempjes kocht ter waarde van zes gewone BH’s) die me een folder meegaf van ‘lingerie voor na de borstamputatie’;
iemand die me 16 februari vroeg of ik half maart nog wel op haar verjaardag kon komen.

Dergelijke reacties komen in onze Top Tien. Op die manier weet je de goedbedoelde maar verkeerd vallende opmerkingen met een glimlach af te doen. (Voor de goede orde, ik heb dus nog steeds gewoon TWEE borsten, waar ik overigens ook nog altijd trots op ben).

Alleen al voor mijn zus Carien ben ik verplicht dit geheel tot een goed,liever gezegd het beste, einde te brengen. Zij is zo heilig overtuigd van een voorspoedige goede afloop dat, als dat niet zo blijkt te zijn, zij mijn BH (welke weten we nog niet) op zal eten… Ik ga voor mijn mooiste verjaardagkado voor Sofie’s 21ste verjaardag 4 maart a.s..

Tot zover, lieve mensen, ik laat weer van me horen, waarschijnlijk na 3 maart. Hoe lief ook bedoeld, liever 3 maart geen telefoontjes. Jullie horen het echt wel.

Kus Margreet

P.S. Emails zijn van harte welkom

Bussum, 28 februari 2005

Der Untergang

Gisteren ben ik met Suusje uit eten geweest en daarna naar het Filmhuis, naar Der Untergang (maar dan niet die van mij). Deze afspraak stond nog, en had te maken met onze gezamenlijke inspanning rond de Geschiedenis-repetitie, die ‘we’ wisten op te halen van een 3 naar een verdubbeling = dus een 6.
Gezellig gebabbeld over vooral ook wat haar bezighoudt.

Het was even spannend of ik bekenden zou tegenkomen (hetgeen altijd het geval is als ik het Filmhuis te Bussum bezoek), die mij meewarig zouden aankijken. Dat bleef gelukkig beperkt tot een buurvrouw die we wel lief vinden maar die behoort tot ‘de andere helft van de straat die het niet weet’. Wel ging ze dus uitgerekend naast ons zitten… Koetjes en kalfjes, alles onder controle.
Door de vrieskou naar huis, op de fiets, want tradities dienen in ere gehouden te worden.

Vandaag Irene op de koffie gevraagd. Ze bracht chocolade (op)kikkers voor me mee. Toen samen de indringer van Saartje achterna gezeten met emmers en bakjes water, ik mijn gekwetste borst ondertussen wel wat vasthoudend, maar we gingen ervoor.
Vervolgens naar de tandarts voor de jaarlijkse controle. Sofie’s verstandskies moest onverwachts worden getrokken. En ik zat erbij, wilde het liefst wegrennen, maar had ook mijn moederrol te vervullen. De angst overwon, dus vroeg ik of ze het niet erg vond als ik wel even de andere kant op zou kijken. We hebben gelukkig een ouderwetse tandarts, die hééééél goed kiezen en tanden kan trekken. Die ervaring hadden we al. En inderdaad lag binnen één minuut het ivoor op een gaasje. En Soofje was heel dapper, ze heeft al een heel orthodontisch verleden achter de rug.

Morgen ga ik naar mijn werk, even acte de présence te geven, wat orders uit te delen, en me vervolgens weer naar huis te begeven. Elk nadeel het z’n voordeel, ik mag morgen gewoon in de parkeergarage!

Bussum, 1 maart 2005

Vandaag 9.30 uur naar de NCRV, met wat lood in de schoenen. De ontvangst was zeer hartelijk en ik zag er dus heel gewoon uit. Tot verbazing van velen zag ik er uitgerust, goed gekapt en mooi bijgekleurd qua haar, uit. Lekker wat bij gekletst met deze en gene en vervolgens echt gewerkt! Beetje werkoverdracht, alle mails bekeken en waar nodig beantwoord. Om 4 uur weer naar huis.

Verhaal van het meeuwtje

In Ouddorp, bij de Punt, kreeg de familie de Broekert een rondleiding door het natuurreservaat aldaar. De ‘vogelaar’ pakte een jonge meeuw op, die vervolgens terstond zijn maaginhoud ledigde. Tot ontsteltenis van met name mijn zusje Carien die zich dit voorval nog als de dag van gisteren weet te herinneren.
De ‘vogelaar’ legde het gedrag van het diertje als volgt uit: Hij/zij is bang, maakt zich zo licht mogelijk, dus kotst zich leeg. Zo wordt hij zo licht mogelijk en kan daarmee zo snel als voor hem mogelijk, in geval van de noodzaak tot vluchten, wegvliegen.

Deze waargebeurde geschiedenis, zo meende Carien, was zeer van toepassing op mijn gedrag de dagen vlak voor ‘de’ operatie. Dit stelde mij uiteraard erg gerust.

Liefs Margreet

Bussum, 4 maart 2005

Lieve familie en vrienden,

Hoogste tijd voor een update, na D-Day, donderdag 3 maart 2005. Vooral goed nieuws, met een beetje minder goed erdoor heen.

Goed en iets minder goed nieuws

De tumor is rigoureus weggenomen, er zijn geen schadelijke restjes meer achtergebleven. En de twee poortwachterklieren waren schoon! Dus in principe ben ik nu al genezen, geen kanker meer. Noch operaties. Lymfeklieren blijven dus allemaal zitten, en mijn voorgevel blijft geheel in tact.
Maar omdat het wel een erg kwaadaardig monstertje was van 1,5 bij 2,5 mm, gradatie 3, moet ik naast bestraling toch voor alle zekerheid nog chemokuren krijgen. En gezien de samenstelling van monstertje gaan ze me ‘spul’ toedienen, waar ik zonder enige twijfel kaal van word. Jullie snappen wel, dat is even slikken. Met misschien als bijkomend voordeel dat ik er ofwel krullen voor terugkrijg, of wat steviger haar dan ik nu heb. Verder de ultieme test of ik nu werkelijk al helemaal grijs ben of dat de Henna Plus Chocolate Brown toch niet alles verbloemt. Ik overweeg tegen die tijd een boerka uit te proberen.

Bestraling, chemo en zo meer

A.s. dinsdag een afspraak met de radiotherapeut en dan hoor ik of ze eerst beginnen met bestralen en dan met de chemo of andersom. De eerste optie verdient de voorkeur, maar het hangt af van de wachtlijst bij het Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Bestraling vindt aldaar plaats, de chemo krijg ik in Ziekenhuis Gooi Noord. Scheelt wel weer tijd. Over de precieze duur van deze twee behandelingen kon de chirurg ons niet verder inlichten. Maar ik moet rekenen op minimaal 5 weken bestraling en waarschijnlijk op ongeveer 4 kuren, met 3 weken tussenpozen tussen de kuren. En dan als toetje: 2 ½ jaar een hormoonpilletje zus en 2 ½ jaar een hormoonpilletje zo. Ze noemen het hormoonpillen, maar het zijn eigenlijk anti-hormoonpillen, dus mannen wees niet bevreesd dat ik jullie bespring! Het zal beperkt blijven tot opvliegers en wellicht vervroegd in de overgang terecht komen, maar dat moet er binnenkort toch een keer van komen.

Al bij al ben ik er dus inderdaad een half jaar mee zoet. Dit scenario werd mij dinsdag 15 februari al voorgelegd, maar ik ging er toen nog van uit dat dat wel los zou lopen.

Over scenario gesproken: ik bedacht me gisterenavond dat ik misschien eindelijk een rolletje zou kunnen spelen in een mooie oorlogsfilm, en dan liefst als dappere concentratiekamp-vrouw en niet als moffenhoer. Ik heb ooit gefigureerd in de verfilming van het bekende boek ‘Het Bittere Kruid’ van Marga Minco, en dat vond ik erg leuk. Dus: ik hou me aanbevolen!

Uit de film Het bittere kruid.

We vertrekken zo naar Amsterdam om Sofie een ontbijt/brunch te brengen ter gelegenheid van haar 21ste verjaardag vandaag. Verrassing, ze weet van niets. Het leven gaat tenslotte gewoon door.

Zo langzaam als de tijd voorbij ging tussen 12 en 4 uur, zo snel ging die na half 6, toen we eindelijk de uitslag hadden (i.p.v. 15.45 uur werd dat 16.40 uur, dan leer je wel ijsberen!). We hebben dus wel een aantal mensen nog kunnen bellen, maar lang niet iedereen. Maar ik weet dat jullie aan me gedacht hebben, kaarsjes brandden volop, en dat moet geholpen hebben! Dank, dank, dank…

Liefs Margreet

Bussum, 16 maart 2005

Beste familie en vrienden,

Toch maar weer even een resumeetje, de adrenaline vraagt erom.
Vorige week was een verademing, ofwel een adempauze. Lekker gewerkt, nog wat collega’s overtuigd van het feit dat er toch niet echt veel veranderd is aan me, althans uiterlijk niet. En ze konden dat met eigen ogen aanschouwen, en het viel allemaal reuze mee.

Weer aan het werk

Afgelopen maandag een geweldige perspresentatie van de dvd van ‘De Kleine Waarheid’, een bekroning op noeste arbeid van de afgelopen maanden. De sfeer was uitstekend. Willeke Alberti, John Leddy, Henk van Ulsen, Riek Schagen, Jacques Commandeur, Hans Hoekstra, Tamar Baruch, ze hadden er allemaal zin in. Persfotografen en tv-camera’s rolden over elkaar heen, het weer was goed, en de stemming opperbest. Het AD, de Telegraaf, de Gooi- en Eemlander, De Spits en de Metro, RTL Boulevard en SBS Shownieuws, allen besteedden ruim aandacht aan deze unieke uitgave. Een rondvaart en een Hollandse lunch sloten de feestelijkheden af. Toppie.

Dinsdag weer ‘gewoon’ aan het werk, ’s avonds het feest van mijn moeder in de Kastanjehof in de Lage Vuursche. Ze is 75 jaar geworden. Heerlijk gegeten, en vroeg weer onder de veren (We zijn er tijdens de diavoorstelling op het feest tussenuit gepiept. Dirk opperde nog dat ik een dramatische aftocht zou kunnen maken met de rollator van Oom Karel. Op zich een geweldig idee, maar dan hadden we de diavoorstelling tot de pauze moeten uitzitten en dat kon ik ‘in mijn toestand natuurlijk niet aan’).

Eindelijk ook eens een tatoeage!

Vandaag ben ik getatoeëerd in het AVL.
Ik werd met de taxi opgehaald, en vlak daarvoor gespot door buurman Wim die mij vroeg of ik op de tram stond te wachten. Deze buurman verdient overigens ‘ook een bloemetje’. Hij stond vorige week op de stoep, de bloemist had alweer een bos bij hem geparkeerd, en Wim vroeg zich nu toch af of er misschien iemand ziek was bij ons. In staccato legde ik hem uit wat er aan de hand was.
Begon Wim toch onmiddellijk na mijn ultrakorte relaas over zijn ontstoken knie, de pijn trok door tot in zijn bovenbeen, An (zijn vrouw) had DE griep gehad en ze kregen de aankomende week hun kleinzoon te logeren. Kortom, zo meldde Wim mij: hij verdiende toch ook minstens een bloemetje! Ik had bijna onbedwingbare neigingen hem op dat moment mijn mooie bos in het gezicht te smijten, maar ik heb het gelaten bij een hoge notering in de Top Tien.

De taxi

Een belevenis op zich. De chauffeur kwam 10 minuten te laat, en ik bijt geen nagels, dus wat doe je dan behalve de taxicentrale te bellen waar de man/vrouw toch in hemelsnaam blijft.

Bleek taximan Jan eerst een ouder echtpaar op te hebben gehaald. De man, voorin gezeten, leek al wel dood. Zijn vrouw moest bestraald worden, dubbele pech, zij kwam naast mij zitten en verhaalde over zijn makke: hij heeft steeds wederkerende melanomen in zijn been, en in januari ging het mis: de hechtingen lieten los, en zij legde plastisch uit wat een bloedbad dat was geweest. Nu zaten we in een supersonische Mercedes Benz, maar dus geen vliegtuig-assesoires, geen kotszakjes in het vooronder. Ik heb de affaire kunnen wegslikken. Met moeite overigens.

Anthonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis (A.V.L.)

Uitstappen, het voorterrein van het kankerziekenhuis.
Ik wilde het liefst rechtsomkeert maken en wegrennen, terug naar de veilige Ruthardlaan. Maar dat is toch zo’n 25 kilometers hardlopen. Dus vooruit maar met de geit.
Tranenvocht vloeide, dat gebeurt de afgelopen maand zelden, maar valt niet altijd tegen te houden. Maar je bent een topkankerziekenhuis of niet, de dozen tissues waren overal voorradig. Kleine details, maar oh zo belangrijk.

Pasfoto laten maken, en toen onder de ICT scan. Looddraadjes en weet ik veel wat ze allemaal op mijn borstEN plakten. De rechter moest dus ook even meedoen.
Toen brandmerken met een goede inktstift en weer wachten op de taxi. Die kwam vrij snel, het echtpaar moest eerst worden opgesnord, die waren even zoek, de melanoom-man was op een kamertje gelegd. Hij ligt al vanaf januari 24 uur per dag op bed, vandaar. Eindelijk zaten de kneuzen gedrieën in de taxi,op weg naar Bussum. Het echtpaar moest eerst worden afgezet: Henk moest hoognodig naar bed.

Thuisgekomen had ik een aanvaring met Suusje wiens kamer er weer uitzag alsof de bom van Hiroshima er was neergekomen. Op naar 6 ½ week bestraling (begint volgende week woensdag) en 4 tot 5 weken chemo aansluitend (met 3 weken tussen de kuren in). See you ergens in augustus.

Tot zover weer even.

Liefs Margreet

Bussum, 26 maart 2005

Lieve familie en vrienden,

Een aantal van jullie zullen zich wellicht afvragen hoe het mij vergaan is gedurende de eerste bestralingsweek. Vandaar even een ‘kort’ verslag.

Eerste bestralingen

Misschien iets minder spitsvondig dan de voorgaande, maar de adrenaline zakt wat, en ik ben ernstig moe aan het worden. Daar maak ik mij zelf wat zorgen over, de moeheid moet tenslotte eigenlijk nog komen, maar volgens mijn goeroe is dat niet meer dan normaal. Ik heb me er goed doorheen geslagen tot nu toe, maar het was (en is) natuurlijk niet iets wat je er ‘even bij doet’. Ik probeer me er zoveel mogelijk aan over te geven en ga wel met de kippen op stok.

Afgelopen dinsdag naar de Haarwerkplaats, alwaar ik een aantal pruiken heb gepast. Met de neus erin gedrukt, jawel. Nylon netje over MIJN haar, en passen maar. Nu heb ik al wel heel lang high lights overwogen, en ik krijg waarschijnlijk mijn zin, en dan nog wel op kosten van het ziekenfonds! Ik geef de familie ruimschoots inspraak, dus we gaan nog een keer met z’n allen. Eén pruik is apart gelegd, een ander besteld in (ongeveer) mijn haarkleur, leuk modelletje toch ook, hoor! Maar toch.

Langzamerhand open ik mijn ogen voor hetgeen voorbij schuift in het AVL (Anthonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis) waar ze, zo is vandaag bekend gemaakt, longkanker binnen een dag kunnen vaststellen. Dat soort nieuws beklijft ineens. En dan zie je, behalve een scala aan op zich prachtige hoofddoekjes en mutsjes, de toch niet echte haarstukjes en ontbrekende wenkbrauwen.

Beetje bij beetje word je ingevoerd in het kankerwezen.
De bestraling is op zich pijnloos. Maar… op den duur word je dus toch letterlijk moe van het wegwerken aan de afvalstoffen, je borst ziet er op het laatst toch waarschijnlijk niet uit, en voelt met name als een zonverbrande tiet, die ook nog lichtelijk kan verschrompelen en in ieder geval altijd harder zal aanvoelen. Los nog van het feit dat de okselzweetklieren für immer naar de knoppen gaan, dus dat scheelt voor de rest van mijn leven de helft aan deo.

Indiaan op oorlogspad

En ik heb een inkt allergie. Origineel, ik geef het toe, maar ook wel lastig aangezien ik elke dag word bijgeverfd. Ik zie eruit als een halve Indiaan, en ik ben ook wel regelmatig op oorlogspad. Op dit moment is de taxicentrale de klos, ik moet toch ergens met mijn frustraties heen. Ik zal mijn belevenissen voor jullie nu toch wat gestructureerder proberen weer te geven.

Men heeft mij dus voorzien van diverse inktlijnen, zodat met een millimeter-precisie de bestraling kan worden berekend en afgevuurd. Hoe dat technisch allemaal gaat, zal ik jullie besparen, al was het maar omdat ik het zelf ook nog niet helemaal snap. Maar het lijkt wel of ik dagelijks plaats neem in een soort ruimtecapsule (ik ga alleen niet naar Mars, maar gelukkig ook niet naar de verdoemenis). Nu blijk ik niet tegen de inkt op, met name, mijn borstbeen te kunnen, gevoelig typje nietwaar, dus heb ik nu een O.K.-stift meegekregen. Dan kan ik me zelf bijwerken, want dit houdt minder lang. Dus als iemand qua tatoeages nog aanvechtingen heeft: meld je voordat mijn stift op is!

Frustraties

Woensdag de eerste echte bestralingssessie ondergaan, 10 minuten totaal, tweemaal anderhalve minuut röntgenstralen. Het meeste werk is me zo neer te leggen dat alles qua inktlijnen en apparaat overeenkomen.
Tien minuten voor de bestraling met alles daarom heen stond die eerste dag voor drie uur onderweg zijn met de taxi. Dus ik over de rooie. En terecht hoor, maar toch. Ik heb hier nu geen geduld voor, niet voor een oneigenlijke combirit en de ene taxichauffeur die niet, en de volgende die juist wel op ‘zijn’ volgende patiënt wilde wachten. Ze proberen je uit, maar dan hebben ze aan mij een verkeerde zolang ze me nog niet ziek genoeg gemaakt hebben.

Dus ben ik in de pen geklommen, en heb ik een klacht ingediend. Gisteren hetzelfde geintje. Dus heb ik Henk eruit laten gooien bij mij. Voor de goede orde: Henk is een onbeschofte hurk, die bovendien een onaangename lichaamslucht verspreidt en niet anders doet dan hoesten en zijn neus ophalen. En als ik ergens geen zin in heb, dan is het zijn griep over te nemen.
Henk staat nu voor wat mij betreft bij de taxicentrale op de zwarte lijst, en vandaag had ik iemand die wel zijn vak verstaat. Want een vak is het wel hoor, taxichauffeur spelen.

Ik heb er nu 1/11 op zitten. 3 van de 33. Sofie zegt dat ik het zo niet moet zien, en ze heeft natuurlijk gelijk. Maar de knop is nog niet goed om. Komt vanzelf, is te hopen.
Het is vandaag Goede Vrijdag, Hij heeft veel meer geleden. Dus kop op, er zijn véél ergere dingen in het leven.

Lieve mensen, ik wil nog even zeggen dat ik me nog altijd baad in ongelofelijk veel lieve aandacht. Mailtjes, telefoon, en op werkelijk twee dagen na, vanaf 15 februari, elke dag een of meerdere kaarten. Dit is GEEN hint, of aanmoediging, ik wil jullie er alleen maar heel erg voor bedanken.

Dikke kus Margreet

Bussum, 3 april 2005

Lieve fans,

Tsja, ik ben wel wat aangevangen! Men vraagt waar de nieuwe mail blijft…
Dus hier is er weer één.

Misverstanden

Mocht ik ze ooit bundelen (op verzoek van een aantal van jullie) dan is de titel ‘Borstkanker en ander damesleed’ misschien een passende. Variant op een boek dat ik nu aan het lezen ben, getiteld ‘Zadelpijn en ander damesleed‘. Over een aantal vriendinnen (waaronder één met kanker) die jaarlijks fietsend met elkaar door Frankrijk trekken.
Allereerst wil ik twee misverstanden uit de weg proberen te ruimen.

Misverstand 1

Een eerste misverstand is dat sommigen van jullie denken dat ik er allemaal wel heel erg optimistisch tegenaan kijk. Dat is niet zo, en valt mijn inziens tussen de regels door wel degelijk op te maken. ’t Schrijven is echter voor mij een heerlijke uitlaatklep en voorkomt dat ik mij wentel in ellende en zelfmedelijden. En bovendien blijft het voor jullie dan hopelijk ook nog behap- en prettig leesbaar. Ik ben iemand van “het glas is half leeg (in plaats van halfvol)”, dus moet ik uitkijken dat ik niet in een neerwaartse spiraal terecht kom. Daar is het schrijven dus een uitstekend medicijn voor. Ik heb zeker mijn zwakke momenten, en ben bij tijd en wijle ook echt niet te genieten. Dit om aan te geven dat ik toch heel menselijk gebleven ben.

Misverstand 2

Een tweede misverstand is dat mensen niet uit ‘zichzelf mogen bellen’ maar moeten wachten totdat ik zelf (of één van mijn naasten) daarin initiatief neemt. In het begin was dat wel zo: ik ben dus zo populair dat we het anders echt niet meer leuk hadden gevonden, al die goed bedoelde telefoontjes. Niet alleen is het leven op de Ruthardlaan weer teruggebracht tot redelijk normaal, de wereld draait niet alleen om mij. Ik ben echt ook nog altijd in jullie geïnteresseerd! Het kan wel zijn dat ik toch niet aan de telefoon kom, óf omdat ik er niet ben, in bad lig, al slaap of gewoon toch even geen zin heb.

Dagelijkse AVL-rit

Ik begin al redelijk te wennen aan de dagelijkse gang naar het AVL. En heb me er bij neergelegd dat ik daar toch minstens 2 uur per dag voor moet uittrekken, althans voor een “ vv-tje” (=alleen bestralen = de taxi wacht op me). Met doktersbezoek (eenmaal per week) als ik pech heb drie uur.
Van de bestraling op zich merk ik nagenoeg niets. Behalve dat de littekens van de operatie wat trekken. Ik vroeg de dokter hoelang het duurde voordat mijn okselzweetklieren naar de knoppen zouden zijn en of ik toch echt geen deo mocht gebruiken (je gaat dan namelijk toch gewoon stinken). Blijk ik verkeerd geïnformeerd te zijn, mijn lymfeklieren zitten er nog, dus blijf ik zowel links als rechts transpireren. En als ik deo wil gebruiken, moest ik dat vooral doen. Een meevaller, in lichamelijk opzicht althans, en voor mijn naaste omgeving.

De bitch van Het Spiegel

Wat de taxicentrale betreft, is de zaak redelijk onder controle. Al moet ik wel bekennen dat ik er weer één van mijn lijstje heb geschrapt: een chauffeur die het bumperkleven tot hoogste doel in zijn leven heeft verheven. Maar, zo liet ik de centrale weten: ik heb de borstkanker overleefd, en dus ook graag de taxiritjes. Na een reeks noodstoppen waaronder één waarbij wij tussen twee auto’s terechtkwamen (die gelukkig net ver genoeg van elkaar waren verwijderd), heb ik na een nachtje slapen het besluit moeten nemen deze bejaarde man (naam onbekend, hij heeft zowel heen als terug niet één woord gesproken) eruit te doen. Ze zullen me wel de bitch van Het Spiegel noemen.

Nieuw concept tv-programma Taxi

Ik overweeg een nieuw concept aan te dragen op mijn werk, zolang we als publieke omroep zelf nog programma’s mogen verzinnen. Jullie kennen vast wel het NCRV-programma ‘Taxi’, waarin een zogenaamde taxichauffeur mensen verleidt tot de meest fantastische ontboezemingen. Ik zou de rollen wel eens om willen draaien: niet een chauffeur die telkens andere meerijders heeft, maar een meerijder die telkens een andere taxichauffeur heeft.

Uit eigen ervaring: Meneer Van Driel, die een centenbak heeft waar drie De Broekert’s bij elkaar nog niet aan kunnen tippen, is geobsedeerd door mensen met zelfmoordneigingen. En hij heeft een schoonzoon gehad die schizofreen is. Dave heeft vooral aandacht voor andere weggebruikers, en levert daar prachtig commentaar op. Sjoerd is ook erg opgewekt. Het ligt toch echt niet alleen aan mij…

Ik heb nu wel regelmatig een walkman mee. Ik heb geprobeerd zaken te doen met luisterboekenuitgeverij Rubenstein, en daar ‘Een schitterend gebrek‘ van Arthur Japin aan overgehouden, zes cd’s. Het lukt me niet altijd om alles goed te horen, want Sky Radio blijft uiteraard aan staan, ongeacht welke chauffeur er achter het stuur zit.

Leuke beslommeringen

Aan het werk

Ik ben al weer een paar weken aan het werk, maar wel in een wat lagere versnelling. Het werken leidt mij af, ik kan me goed concentreren op waar ik voor aangenomen ben, mijn collega’s zijn schatten, en ik kan me zelfs weer flink opwinden over het vertrek van de NCRV-voorzitter en de commotie omtrent de advertentiecampagne van afgelopen vrijdag. Maar ik heb beloofd me er niet persoonlijk in te mengen. Met moeite, maar het lukt!
Mede om die reden heb ik wel geweigerd mee te doen aan het beantwoorden van de honderd(en) boze telefoontjes, afgelopen vrijdag, van NCRV-leden die hun lidmaatschap gingen opzeggen. Ze moeten nu maar zelf op de blaren zitten.

Ik stort me op ‘Plezierig tuinieren‘, een boek dat in de maak is met onze tuinkabouter Krijn Spaan, een cd met orgelmuziek, de NCRV-kalender, en nog zo wat zaken. Vanaf volgende week komt er versterking, iemand die mij binnenkort deels kan vervangen, en die ik nog zelf kan inwerken. Zolang het gaat, wil ik blijven werken, maar er valt weinig te zeggen over wanneer en of daar binnenkort toch een einde aan komt.

Pruik en pubers

Gisteren op naar de Haarwerkplaats alwaar ik mijn voorlopige keuze aan pruiken maakte. Volgende week nog een afspraak, toch nog één ‘haarwerk’ besteld, maar dat gaat wel lukken. Een paar uur later, misschien voor het laatst dit jaar, naar de kapper geweest. En vandaag vol overgave nog een laatste maal een chocolade-kleurtje in mijn haar gegooid.

Mijn werkzaamheden voor de Ashram heb ik vooralsnog ook gewoon voortgezet. Volgende week onze halfjaarlijkse vergadering. Voor de donateurs en aspirant-donateurs onder jullie: recente informatie (alles net bijgewerkt, overigens ditmaal wel door de voorzitter gedaan) vind je op www.svashram.nl

Deze week woonde ik een geweldige demonstratie bij op het Willem de Zwijger College, de school van Susanne: hordes pubers moesten voor het vak Natuurkunde een auto ontwerpen die aangedreven door een (dicht klappende) muizenval ongeveer 7 meter moest kunnen afleggen! Susanne was er flink zenuwachtig onder, vooral omdat een klasgenoot (jongen dus) op zich had genomen de auto te ontwerpen. Wij hebben graag alles zelf onder controle…
De knul had een week lang in de tuin geoefend met zijn model, en haalde wel 30 meter (kun je nagaan waar de familie woont). Maar op het moment suprême, hij had de auto even op het bureau van de natuurkunde leraar achtergelaten, had een onverlaat twee van de vier wieltjes verduisterd. Naarstig probeerde Suus en de knul de ontbrekende wieltjes te vervangen door twee cd’s, maar die werken toch echt het beste in een cd-speler. Einde experiment, de muizenval-auto kwam niet eens meer van z’n plaats! Ze krijgen gelukkig een herkansing. Maar dan wel nadat Suusje vanaf morgen drie dagen in een klooster heeft doorgebracht! Nee, dit heeft niets met de Paus te maken, maar met Godsdienst.

Morgen samen met Irene snotteren bij het graf van Ans, één van mijn beste, leukste, gekste meest vermoeiende vriendinnen die dan precies een jaar geleden is overleden na een val van de trap. Pluk de dag, gelukkig heeft zij dat altijd gedaan, ik ben het aan het leren.

Veel liefs Margreet

Bussum, 21 april 2005

Liefjes,

Ik kom net uit bad en daarin kwamen zoveel bubbels boven borrelen aan schrijfstof dat ik het er maar weer eens op waag.
De waterrekening stijgt overigens de afgelopen maanden tot ongekende hoogte, maar het terug-in-de-baarmoeder-gevoel wint het in deze niet al te eenvoudige tijden toch van de portemonnee. Gelukkig word ik door lieve vriendinnen telkens op tijd voorzien van nieuwe Kneipf.
Omdat telkens meer fans mij proberen aan te zetten tot het beginnen van een schrijverscarrière zullen die het weten ook.

Ik ben in redelijk rustig vaarwater terecht gekomen. Zelfs de taxi ritjes beginnen te wennen. Ik zou alleen al over de chauffeurs een boek kunnen schrijven. Voor wie onderstaand verhaal teveel taxi-info is: gewoon overslaan.

Rogier

Rogier is een reus, werkt al 29 jaar bij ‘de zaak’, trouw, beetje doof, en zeer geduldig. Alhoewel hij per ritje toch minstens één keer moet gassen, 140 km. Elke ochtend rijdt hij twee autistische jongens naar de Jordaan en een epileptisch meisje naar een school ergens in de buurt van het AVL. Hij eet tussen de middag thuis (‘Mijn vrouw weet dat ze voor half 2 niets neer hoeft te zetten’).

Henk

Henk had ik eruit gegooid, maar kreeg ik gisteren toch. Zaten we op de terugweg in 14 kilometer file, dus die hoor ik niet meer. Henk werkt 6,5 dagen per week, dat schijnt te mogen in de taxibranche, hij is single. Op mijn vraag of Henk vervroegd met pensioen wil, antwoordde Rogier mij dat Henkie dat waarschijnlijk niet gaat redden aangezien Henk op bier schijnt te lopen.

Bertus

Bertus Bumperklever was een goede chauffeur totdat hij een hersenbloeding kreeg. Sindsdien is Bertus niet ‘zo alert meer’, dat had ik dus gemerkt. En mag hij eigenlijk geen ritjes meer buiten de bebouwde kom rijden.

Van Driel

Meneer Van Driel heeft humeuren, maar is wel een hele goede taxichauffeur, 27 jaar bij de zaak.

Karin

Karin is het enige vrouwelijke hippetipje binnen het bedrijf en gek op paarden. Dus we hebben conversatie! Haar dochter doet de opleiding tot pikeur en heeft een eigen paard dat telkens omvalt. Zo ook afgelopen zondag toen ze de trailer in moest en onder de laadklep terecht kwam.

Juri

Juri is een lefgozer van rond de 25 jaar. Hij rijdt met één vinger, maar toch wel goed. Doet een multimedia-opleiding, ik heb hem Swiebertje deel 8 verkocht, en hij is dol op auto’s, motoren en op zijn moeder. Hij liet mij op zijn mobiel foto’s zien van ZIJN motor en de sport Mercedes van zijn moeder, een mooie blondine, vrouw van paps die een bouwbedrijf heeft en daar wel bij lijkt te varen. Hij leerde mij wat omgekeerde velgen zijn. Die komen uit de VS, zijn erg duur en helemaal tof, ze draaien namelijk tegen de wielrichting in. Als jullie dat snappen.

Sjoerd

Sjoerd heeft ‘iets’, maar Rogier weet niet meer precies wat. Wel dat Sjoerd ‘onder begeleiding’ is en dat als ze hem een beetje sarren en jennen in de kantine Sjoerd ernstig van slag is. En dan niet meer weet waar hij naar toe moet rijden. En dan telkens Betty (de telefoniste) moet bellen die hem moet kalmeren. Sjoerd vertelde mij dat hij boomchirurg is geweest, ‘prachtig vak’, hard werken, maar goed verdienen. Totdat de zaak failliet ging.
Sjoerd benoemt alles wat hij ziet, hij ratelt de hele weg achter elkaar door. Mobieltjes-foto’s gezien, van zijn huis en de ooievaars die in Nederhorst den Berg in het dorp nesten schijnen te maken. Sjoerd doet me denken aan de man van ‘Of mice and man’, groot, lief, maar met een gebrek.

Ik begin meestal met achterin te zitten, tenzij Karin of Rogier me rijdt. En de cd’s met ‘Het schitterend gebrek van Arthur Japin’ zijn een uitkomst als tegenhanger voor radio 538 of Sky Radio.

Van het kastje naar de muur

Ik zit op bijna twee derde van de bestralingen.
Mijn borst ziet er nu meer uit als 14 dagen Torremolinos dan een dagje Zandvoort. Met alle kleuren van de regenboog: paarse inktlijnen in de flanken, operatiestift op het borstbeen, een nog altijd blauwe kleurstof rond de tepel, sinds maandag groen rond het plekje waar de tumor heeft gezeten, en dat gelardeerd met rode vlekken van de bestraling. Het wordt er niet fraaier op. En de jeuk ook niet minder. Is daar wat aan te doen?! Ja: maïzena opsmeren, kreeg ik gisteren te horen. Direct uitgeprobeerd, de witte poeder zat na 5 minuten onderin mijn BH in plaats van op mijn borst. Vandaag bleek dat ineens het verkeerd advies. Ik moest een receptje halen voor doorzichtige gel. Dus ik naar de doktersassistente van het AVL, blijkt deze gel alleen de eerste drie weken gegeven te worden. IJs is een alternatief, maar dan wel langdurig op de jeukende plek houden. Of toch niet?! De doktersassistente adviseerde ‘beslist niet langer dan 10 minuten’…
Denk je dat je in hét kankerziekenhuis van Nederland terecht bent gekomen, met professionele hulpverlening.

Halve waarheden

Het okselverhaal idem dito: eerste verhaal was dat de zweetklieren naar de knoppen zouden gaan, toen weer helemaal niet en nu blijkt ongeveer een kwart het straks niet meer te doen. Die informatie heb ik verkregen door tot driemaal toe telkens bij een andere arts in het AVL dezelfde vraag te stellen. Doet niet veel goed aan het vertrouwen. Al ben ik een doorsnee patiënt, niet terminaal, niet interessant of kwijnend, toch heb ik recht op goede informatie. En geen halve waarheden. Daar ben ik helaas te snugger voor of zo. Hopen maar dat ze van het bestralen op zich wel verstand hebben.

Ik moet nog 12 maal, 4x hele borst, dan 8x lokaal waar de tumor heeft gezeten, en nu de plek is die het meeste irritatie veroorzaakt. Letterlijk gesproken kom ik er waarschijnlijk niet heelhuids van af. Af en toe zakt de moed me wel even in de schoenen. Maar dan vind ik vandaag het overlijdensbericht van vriend Cees in de bus, en dan ga ik er natuurlijk weer voor. Arme Sas, en Hendrikje (hun teckel). Dat raakt me nu toch extra. En blijkbaar las Cees niet zonder emoties en met veel herkenning mijn ‘nieuwsbrieven’. Maandag is de begrafenis, om de hoek bij Soof, dezelfde begraafplaats als die van Theo van Gogh. Alleen was Cees wel een heel andere man.

Leuk nieuws: Bartje-award ontvangen!

Ik heb de vakpers gehaald: De Broekert ontving een award voor 25.000 verkochte video- en dvd boxen Bartje. (800.000 Swiebertjes, en nu al 40.000 Kleine Waarheid, alles is betrekkelijk). Ik ga trouwens binnenkort uit eten met Jan Krol, die Bartje speelde. Een schat (valt op mannen, dus geen paniek). Hij stuurde me een kaart, zo intens en raak. Riek Schagen (Saartje uit Swiebertje, 91 jaar) belde me onlangs thuis op om te horen hoe het met me was. Had ‘het’ ook gehoord.

Woelige tijden

Het zijn woelige, en beslist ook heel rijke tijden. Dat wordt nog afkicken, daar ben ik dinsdag door gewaarschuwd door de internist van Gooi Noord. Daar waren we om te horen over hoe en wat qua chemokuren. Vijf stuks worden het er. Pas ergens in augustus is het verhaal min of meer ten einde. Op controles en hormoonpillen na. Pffffff. Op onze vraag of de manier waarop je er tegenaan gaat van invloed is, werd bevestigend geantwoord. Hoopvol.
De internist is iemand die zichzelf nogal belangrijk vindt en ons vooral niet teveel info wilde geven. Dat zouden we toch niet kunnen onthouden! Over twee weken kunnen we een oncologisch verpleegkundige uithoren. Verder gisteren een hartfilmpje laten maken, er zijn mensen die van de chemo hartdefecten oplopen. En weer eens bloed af laten nemen.

Gisteren zag ik mensen op brancard langs gereden worden, die niet lang meer zullen hebben, en een vrouw in een rolstoel, kaal, met een spuugbakje in haar schoot. Confronterend.
Ik werk nog met veel plezier, ik voel me goed, beetje moe, beetje jeuk, goede eetlust, meestal lekker slapen.

Nostalgisch tochtje Den Haag en zo meer

Zaterdag met zus Carien naar Scheveningen geweest.
Eerst een nostalgische tour door Den Haag (ons geboortehuis in Celebesstraat, daarna na ons tweede huis in de Wilhelminastraat, portiekwoning, boven jawel Bart Charbot, hij was mijn speelkameraad). We begonnen de dag in het zigeunerkamp van ‘mijn’ Sinti-zanger Rein Mercha. Geweldig!
Betreed je normaliter niet zo’n terrein: wij werden hartelijk onthaald. Op z’n Ouddorps je kopje onderste boven zetten om te voorkomen dat je een zoveelste bakkie krijgt, en na vijf witte boterhammen zeggen dat je nu echt genoeg hebt. We kregen een rondleiding door de ‘woonwagen’, alle clichés werden beproefd. En Carien maar kletsen. Het was een bijzondere en leerzame ervaring.

Toen, de regen kwam intussen werkelijk met bakken neer, wandelen over de overdekte pier, visje gegeten in de Weduwe van Toorn, Suusje opgehaald die haar eerste optreden had als serveerster in eettent Graaf Floris te Muiden.

Herman Krikhaar

Zondagmiddag feestje ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van Herman Krikhaar, met lichtelijk verlepte celebreties zoals Connie Palmen, Hans van Mierlo en Jan de Bouvrie. Wel leuk geconverseerd met Annejet van Zeijl (van de boeken ‘Jagtlust‘ en ‘Sonny Boy’), zij is een vriendin van Helena Krikhaar. Aansluitend gegeten in de Groene Vlinder waar Soofje werkt (Albert Cuyp).

We maken er wat van, op onze eigen manier. En dat gaat tot nu toe heel goed. Dank, dank, allemaal voor al jullie goede zorgen, attenties, kaarten, telefoontjes, mailtjes. Echt geweldig, hart onder de riem.

Brassies * Margreet

 (*Surinaams voor ‘omhelzingen’, zie het vandaag verschenen Surinaams-Nederlands woordenboek)

Bussum, 3 mei 2005

Lieve mensen,

Even een tussendoortje om jullie te laten weten dat we een geweldig weekend hebben gehad. Ons verblijf op kasteel Bloemendale overtrof alle verwachtingen. Prachtig gelegen in een park, net buiten Brugge, in de slotgracht zwommen zwarte zwanen en wilde ganzen, we werden gewekt door kakelende kippen en een indrukwekkende, luid loeiende stier, roekende sierduiven en kwetterende vogeltjes.

Na vandaag nog slechts drie bestralingen te gaan. En mijn borst begint zich nu al te herstellen, ondanks de waarschuwingen dat die roder zou kunnen worden (de bestraling werkt nog twee weken door), en ik eventueel alsnog oedemen dan wel open plekken zou kunnen krijgen. Daar ziet het niet naar uit. Wellicht hebben het zonder BH-lopen eind zestiger jaren en de 9 en 12 maanden borstvoeding daar toch een gunstige invloed op gehad.

Bijna aan de chemo…

Blijft de situatie zoals nu dan zal de eerste chemokuur 17 mei worden toegediend. Hoe dat allemaal precies in z’n werk gaat, horen we 11 mei in een uitgebreid gesprek met een oncologisch verpleegkundige, voorafgegaan door een bezoek aan de cardioloog, die een ECG zal maken van mijn hart (dit dus omdat de chemo’s hartdefecten zouden kunnen veroorzaken).

Nu het eerste traject bijna is afgelopen, bekruipen mij nieuwe nare onderbuikgevoelens die weliswaar heel verklaarbaar, maar wel onaangenaam zijn. De pruik ligt klaar, en de tondeuse idem. Zwaard van Damokles.

Zadelpijn en ander damesleed

Gisteren begonnen aan het vervolg van het boek ‘Zadelpijn en ander damesleed’ (een boek dat me soms erg irriteerde, maar ook intrigeerde, vooral omdat het zo herkenbaar is). Begint het eerste hoofdstuk met:

“Ik moet om half elf bij het bureau voor bevolkingsonderzoek naar borstkanker zijn. Daar worden vrouwen van vijftig jaar en ouder met enige regelmaat gemarteld om te beoordelen of kankercellen zich ongevraagd in het borstweefsel hebben genesteld. Deze veterinaire vernedering onderga ik bereidwillig, wetend dat een op de tien vrouwen het slachtoffer wordt van deze ziekte. Een borstamputatie of een borstbesparende maar even verminkende radiotherapie wil ik graag vermijden. Ik ben erg gehecht aan mijn twee vertrouwde metgezellen.”

Tot zover Liza van Sambeek, pseudoniem voor een schrijversduo. Dat van die verminkende radiotherapie kan ik overigens niet onderschrijven.
Toen ik via Google zocht naar eventuele evenementen in Brugge voor dit weekend kwam ik ongewild als eerste activiteit tegen: een inloopmiddag voor kankerpatiënten en hun familieleden… Zo blijft deze volksziekte nummer 1 (2 of 3?) mij voorlopig nog wel even achtervolgen. En ik jullie.

Liefs Margreet

Bussum, 11 mei 2012

Om mijn beslommeringen wat af te wisselen qua vorm nu als het ware een dagboek.
Of een soort (auto)biografie à la Wilhelmina. En dan niet die van ‘Eenzaam maar niet alleen’, maar meer ‘Krijgshaftig in een vormeloze jas’ (mode heeft mij immers nooit echt kunnen bekoren).

30 april 2005 Koninginnedag

Vijf en twintig jaar geleden kwamen wij op die dag, de verjaardag van mijn eega, aan op Schiphol na een reis van drie maanden door India en Nepal. eega zag eruit zoals mensen denken dat ik nu eruit moet zien. Ik maakte onlangs een bittere grap over een rolletje in een tweede Wereldoorlogfilm (hou ik me overigens nog steeds voor aanbevolen), hij kon er zo aan meedoen. Hij woog ongeveer 50 kilo. We hadden een huurwoning in Amsterdam, maar hij verlangde naar varkenshaas met witte mie. En toen we na de landing hoorden wat er in Amsterdam aan de hand was na de uit de hand gelopen kroning, was het helemaal duidelijk: op naar Bilthoven, naar het ouderlijk huis.

4 mei 2005 Dodenherdenking

Ik heb de vlag halfstok gehangen (protocol: 18 uur vlag buiten, 21.10 weer binnen, in geval van ceremonieel om 20 uur ‘strijken’, hoeft sinds 2003 niet meer persé).

De oorlog heeft in mijn familie toch wel wat sporen nagelaten. Mijn moeder en familie hebben in Rotterdam erg geleden. De bombardementen. Tulpenbollen eten. Met de slee te voet naar Arnhem voor een mud aardappelen die bij aankomst in R’dam bevroren bleken. Mijn overgrootvader (die van DE fietsenfabriek Juncker, that’s my family!) die veel mensen de oorlog door heeft geholpen. Jammer dat zijn nazaten het kapitaal dat hij had opgebouwd, vergooide en de fabriek moest worden overgenomen door Gazelle. Opa Juncker introduceerde het innovatieve Britse crankstel in Nederland (dankzij de cursus die ik volgde bij de Vrouwenfietsenmakerij in A’dam ik weet wat dat is).

Mijn vader heeft minstens een jaar meer onder dan boven de bank gelegen van onze oudoom Schillemans Zuijderhout, loods in de Rotterdamse haven, en zijn vrouw Nanna (tante Jans). Zij hadden geen kinderen, en zagen mijn vader als hun zoon. Met gevaar voor eigen leven hebben zij mijn vader onderdak geboden, zodat hij kon ontsnappen aan de Arbeidseinsatz, die jongens in de leeftijd van mijn vader ten deel viel.

De Junckers

Mijn overgrootvader ‘Opa Juncker’ was een strenge man, die door zijn vrouw in de steek was gelaten (mijn overgrootmoeder ging er vandoor met de pianoleraar, mijn overgrootvader achterlatend met vier kleine kinderen). Opa Juncker trouwde vervolgens met de gouvernante die hij had ingehuurd, trouwde met haar (soort Sound of Music) en kreeg daar nog een kind van, Daisy geheten, die later de bloemstukken zou verzorgen voor prins Rainier (ons onlangs ontvallen) en prinses Gracia van Monaco (al veel eerder jammerlijk verongelukt). Eén van de broers van mijn oma wilde niet helemaal deugen en werd verbannen naar de Oost. Weer op weg naar Nederland werd het schip waarop hij zat, getorpedeerd, hij overleefde het niet. (Zie ook Eerbetoon aan Dirk Friedrich Juncker)

Onze vlag hangt halfstok. Om ‘het’ vooral niet te vergeten.

Ik herinner me nog onze pianoleraar (ik weet zeker dat mijn moeder geen enkele aanvechting had om met deze grijze muis een avontuur te beginnen) op een vierde mei tijdens de les eigenlijk niet van plan was om 20 uur één minuut stilte in acht te nemen. Dat heeft mij geschokt, ik weet het nog altijd na 35 jaar: zou meneer Wiersma fout zijn geweest in de oorlog?! Deze vraag is nooit beantwoord.

Trots ben ik wel op onze dochters. Ik belde ze om vijf voor acht, of ze het niet vergeten waren. Stonden de dames achter de Dam, opvoeding geslaagd. Wereldvrouwen die ik niet nogmaals hoef uit te leggen dat onze vrijheid van nu mede te danken is aan de mensen die toen hun leven daarvoor in hebben gezet. Alhoewel Suus vooral onder de indruk was van het feit dat ze Maxima ‘in het echt’ had gezien.

5 mei 2005 Bevrijdingsdag

Al lang koester ik een Nederlands lied. Toepasselijk voor nu, “Leven zonder angst” van Brigitte Kaandorp. Ik draai het de laatste tijd vaak, liefst als ik alleen ben, de nieuwe geluidsinstallatie doet het bijzonder goed.

Leven zonder angst/ Brigitte Kaandorp

Gisterennacht, ik kon maar niet slapen
Ik lag te woelen in mijn ledikant
Telde honderdduizend witte schapen
En die bleven maar staan
En die keken mij aan
En ik riep: ga nou es aan de kant

Ik wil leven zonder angst
Ik wil branden zonder blaren
Ik wil geld zonder te sparen
Ik wil feest zonder gedoe
Ik wil zuipen zonder kater
Een horloge zonder later
Ik wil dansen zonder moe

Ik wil regen zonder jas
Ik wil varen zonder anker
Ik wil roken zonder kanker
Ik wil een salto zonder net
Ik wil alles weten zonder boeken
Alles vinden zonder zoeken
Ik wil slapen zonder bed

Jij zei vannacht:
Joh, je bent niet lekker
Je woont niet zomaar gratis op Soestdijk
In het zweet uws aanschijns
Zult gij uw brood verdienen
En toen keek ik je aan
En toen wou ik je slaan
Want je had zo vervelend gelijk

Maar ik wil liefde zonder eind
Ik wil vrijen zonder zorgen
Van de avond tot de morgen
Ik wil mannen zonder tal
Ik wil doorgaan zonder stoppen
Ik wil binnen zonder kloppen
En een lijf zonder verval

Ik wil vreten zonder dik
Ik wil aangenaam verpozen
Zonder schillen, zonder dozen
Ik wil varkens zonder pest
‘k wil een kind zonder te baren
En zonder praktische bezwaren

Ik wil zwemmen zonder vest
Ik wil reizen zonder doel
Ik wil zeilen zonder haven
Ik wil een graf zonder te graven
Ik wil vissen zonder vangst

Ik wil oud zonder bederven
Ik wil oud zonder te sterven
Ik wil leven, ik wil leven
Ik wil leven zonder angst.

10 mei 2005

Weer zo’n dag voor in de analen. Eerst om 14.00 uur een echo laten maken van mijn hartspier. Lief muisje die me hielp. Wat onzeker. Of ze de tumor eruit hadden gehaald… zoiets snap ik, totaal niet medisch onderlegd, toch niet. Het kamertje waarin de echo werd gemaakt was licht verduisterd, ze had geen littekens kunnen constateren, vandaar haar (m.i. onnozele) vraag.

‘Mijn hart had er zin in’ vertrouwde ze me toe. Wat ik daarmee moet, weet ik niet.

Om 4 uur de afspraak met Janny, een type Avondvierdaagse-loopster. Lekker recht door zee.
Eerste vraag van mijn eega: mogen wij het verslag van de bespreking met de artsen van Gooi Noord en het AVL inzake de cases De Broekert inzien? Even een verbaasde blik van onze Akela. Dat moest geen probleem zijn. Echter, het verslag bleek zoek. Ofwel, ondanks alle toezeggingen was ik geheel in strijd met het protocol niet besproken. Lichte paniek. Op naar het dossier van de chirurg. Daar zat het ook niet in. Toen kwam Janny toevallig onze Belg (=de chirurg) in de gang tegen en confronteerde hem met het ontbrekende document. Waarop dr. Gerrits zich onmiddellijk bij ons voegde en drie kwartier lang omstandig probeerde uit te leggen hoe een en ander zo fout had kunnen lopen. Nadat hij ons had kunnen overtuigen van het feit dat zowel de bestralingen als de chemo onafwendbaar waren, voelde het toch wederom een flinke deuk in mijn vertrouwen.

Na de geaccepteerde excuses onzerzijds nog een uur durend gesprek met de oncologisch verpleegkundige. Pffff, het was net als de bijsluiters bij elke pil die je voorgeschreven krijgt:
het middel lijkt erger dan de kwaal. De eventuele bijwerkingen lijken haast onoverkomelijk doch op z’n minst een leuk onderwerp voor E.R..

Marathon

Om kort te gaan: woensdag 18 mei om 9 uur de eerste kuur. Uitstel met een dag omdat De Broekert dinsdag alsnog in het overleg wordt besproken. En ’s avonds door de chirurg persoonlijk over de uitslag wordt gebeld. Dat scheelt me op onverklaarbare wijze een nachtje overblijven. Het is namelijk op zich standaard bij een eerste kuur. Ik blij!!! Duur: ongeveer 2 uur. Mag er iemand bij blijven? Ja. Kun je tussendoor plassen? Ja, infuus moet dan wel mee. Bijwerkingen worden met een batterij aan pillen te lijf gegaan. Woensdag zit ik met vooral darmkankerpatiënten. Daarna telkens om de drie weken, op de dinsdagen, zit ik o.a. met min of meer opgegeven kankerpatiënten. Walkman, boeken e.d. mee. De taxi heeft me toch wat geleerd…

Ik heb ooit met vier mannen de IJsselmeerronde gefietst. 320 kilometer op één dag. En twee kinderen gebaard, elke bevalling staat voor een halve marathon. Ik ga nu een hele doen.

Liefs Margreet

Bussum, 19 mei 2005

Lieve fans,

Want dat zijn jullie. En hoe! Mijn vervolgbehandeling is nog niet begonnen of ik word alweer verrast door lieve kaarten, mailtjes, telefoon en bloemen. Dat doet erg goed!!!

Woensdag dus toch maar voor de bijl, uiteraard had het oncologisch overleg tussen Gooi Noord en het AVL dinsdag niets nieuws opgeleverd. Maar besproken ben ik nu wel.

Eerste chemokuur

Om 9 uur entree. Het leek wel de koffiekamer van een verzorgingshuis: langs drie muren stonden stoelen opgesteld. Om en om grote stoelen, met een kussentje op de armleuning, en kleinere stoelen. Aan het plafond een ijzeren rail met vleeshaken om de infusen aan te hangen. In het midden van de ruimte een grote tafel waar twee verpleegkundigen de infuuszakjes uit aan te zoeken waren. Koffie en thee stonden al klaar.

Voor de medici en paramedici onder u: ik krijg de FAC-kuur, bestaande uit fluorouracil, doxorubicine en cyclosfosfamide. Voordat ik aan de beurt was, heb ik de zakjes zelf, zonder dat het in de gaten liep, toch even als leek gecontroleerd (mijn naam stond erop + geboortedatum en de namen van de mengsels).

Drie shots

Half 10 eerste shot en wel doxorubicine: dit roze spul dat het daglicht niet kan verdragen (er zat een extra UV filterzakje om heen) zorgt voor kaalheid, 100% garantie. En dat is een gek gevoel. Dat je je toch (min of meer) vrijwillig laat inspuiten met iets waarvan je de uitwerking weet, en vreest, doch niet kan keren.

Tweede shot was cyclosfosfamide: op internet vond ik dat dit hoort tot de familie van de stoffen die ze in de 1e Wereldoorlog gebruikten om gifgas van te maken. Dat moet toch tot jullie verbeelding spreken. Nadat dit infuus erin zat, werd ik erg vreemd in mijn hoofd. Een naar gevoel, alsof je onderuit gaat. Dat was wel voorspeld, maar was ik even vergeten. Het deed me ineens erg denken aan de bevalling van Sofie. Een aantal van jullie weten het wel (nog meer drama!). Sofie floepte er binnen twee uur uit, maar de placenta liet maar half los, en als ik in de bush bush had gewoond, had ik ook geen borstkanker gehad, want dan was ik er niet meer geweest. Ik raakte in shock, en dat was gek genoeg een lekker gevoel, maar wat ik daaraan over heb gehouden is toch een bijna doodervaring. En het voelde alsof ik geen aansluiting meer had met de bewoonde wereld. Daarom ben ik nu, denk ik, zo bang om er niet goed bij te zijn. Maar het viel in dit geval mee, na ongeveer 20 minuten was ik er weer helemaal.

De derde shot was een antimetaboliet, maar dat gaat mijn pet te boven. Tussendoor werd ik gespoeld met twee zakken zoutoplossing. Na 2 ½ uur zaten de vijf zakken erin. En moet ik vanaf dat moment de eerste acht dagen het liefst een wc voor mezelf reserveren en na gebruik deksel dichtdoen en telkens tweemaal doortrekken. Ik ben namelijk toxisch. Is het niet radioactief, dan wel dit. Mijn lijf krijgt er wel echt van langs!

En dan de uitwerking

Gisteren in de loop van de middag voelde ik me niet echt lekker, en dat houdt wel aan. Maar het had erger gekund, hoor! Het is een beetje een onbestemd algeheel ongenoegen in de buik. Maar alles blijft er keurig in. Een bijwerking kan zijn dat de bestraalde borst even op gloeit. Gek genoeg gebeurde dat niet, maar zie ik er af en toe uit alsof ik te lang met mijn gezicht in de zon heb gezeten! Het verplaatst zich blijkbaar bij mij naar boven. Ik dacht daarom wel even dat ik koorts had, maar daar was met 36,6 geen sprake van. Ik word er wel wat hypochonder van als ik niet uitkijk. Vannacht pokken geslapen en dat stond nu ongeveer als enige niet in het lijstje van bijwerkingen!

Ik betrap me erop dat ik nu al aan mijn haar zit te trekken, maar die ellende begint pas over ongeveer 20 dagen. Ik heb daarover gefantaseerd. Voordeel is dat als ik straks overdag even naar bed ga, ik toch nog een goede coupe heb. En ik heb me voorgenomen om als iemand in de komende tijd heel naar tegen me doet, ik per verrassing ineens mijn pruik afzet. En nu maar hopen dat die situatie zich een keer voordoet, ik kan me daar nu al op verheugen. Of ik het tegen die tijd doe/durf, weet ik niet, maar het idee is leuk. Jullie zijn gewaarschuwd!

We zijn van plan om 17 september mijn verjaardag te vieren met alle fans, en dan doe ik speciaal voor die gelegenheid misschien zelfs wel een feestpruik op. Noteren dus graag die datum, dan vier ik graag met jullie dat mijn 51ste levensjaar meer geluk zal brengen dan mijn 50ste.

Verder ben ik voor mezelf een top twintig van Lieve Opmerkingen en Reacties op aan het stellen. Die van de Foute loopt voor geen meter meer. Er komt nagenoeg niets meer op binnen, op de opmerking van een collega na: ik moest maar een bed voor me in de kamer beneden laten zetten…
Vanochtend heb ik een was gedaan, stof gezogen, de bloemen verzorgd, een vriendin te lunchen gehad, toen toch even naar bed, en vervolgens op de fiets boodschappen gedaan. Hoezo bed in de kamer? Ik hou deze positieve toptien voor mezelf, vind het ethisch niet verantwoord jullie daarin te laten delen.

Voor nu genoeg. Nog even de film ‘Big Fish’ afkijken en dan maar eens vroeg te bedde.

Liefs voor jullie allen.
Margreet

Bussum, 6 juni 2005

Haartjes

‘Haartjes’, mijn variant op ‘Beestjes’, van Ronnie & De Ronnies. Kennen jullie dat liedje?
(Zie http://www.youtube.com/watch?v=jQBOHm0j87k)

Hopelijk zijn jullie een beetje bekomen van mijn laatste mailtje over het wel en wee van anderen waar ik nu niet zoveel aandacht voor op kan brengen. Waar het mij met name om ging, is dat ik niet telkens weer wil uitleggen waarom ik de kuur krijg die ik krijg en dat ik toch echt kaal zou worden. De goedbedoelde, sussende opmerkingen ten spijt.

Misschien schrik ik jullie nu zo af dat niemand meer iets durft te zeggen of te vragen. Maar dat is natuurlijk ook niet mijn bedoeling geweest.

Woensdag was het zover, de plukken op het kussen. Even een traantje, zeg maar traan, gelaten. Twee dagen daarvoor viel niet van boven maar van onderen het haar uit, dus ik was al gewaarschuwd. Drie maanden voorbereiding en als het moment dan daar is, schrik je toch.
Om de zoveel tijd even trekken, is het echt ‘gebeurd’? Ja dus. De vuilnisbak en prullenmanden lieten niets aan het toeval over. De coup geheel niets meer waard. Een zielig bosje neerhangende haartjes. Geen model meer in te krijgen. En het gekke is dat je dan iets hebt van: eraf met die handel! Dit is drie keer niets. Vrede ermee. Basta.

Haren te koop

Over handel gesproken, via Internet had ik diverse haarwerkstudio’s benaderd of ze nog iets in mijn haar zagen, voor echte pruiken, en dus tegen vergoeding. Tenslotte is business mijn vak! Dit initiatief deed mijn psyche goed. Is het niet helemaal voor niets geweest, dacht ik, alhoewel… Mijn vermoedens werden bewaarheid: ik had net voor mijn eerste chemo mijn haar moeten laten knippen, nu is het niets meer waard. Ik weet dat bijvoorbeeld vrouwen in India hun prachtige zwarte haardossen laten afknippen voor dit soort doeleinden. Daar kan ik natuurlijk niet aan tippen, mijn dunne, grijze haartjes, bewerkt met Henna Plus, en dan dus nog een chemo erover heen. Toch moet ik zeggen dat wat nu in de vuilnisbak ligt (ik heb nog een plukje bewaard voor het nageslacht) een aardige hoeveelheid is.

Susanne, dappere dochter, heeft me op mijn verzoek woensdagavond al zo kort mogelijk geknipt. We hebben er maar om gelachen: wanneer krijg je de kans om je moeder zo te kortwieken? Ze heeft zich geweldig van haar taak gekweten, en het bespaarde mij de volgende ochtend de aanblik van een enorm uitgevallen haardos in bed. En goed voor de verwerking voor ons allemaal.

De pruik

Donderdag om half tien, de tondeuse erover bij de haarwerkplaats, pruik gepast, sjaaltjes uitgezocht en toen direct met pruik op naar mijn werk. Had ik dat ook maar gehad. Mijn collega’s dachten echt dat ik nog één keer naar de kapper was geweest! Bewondering alom. Maar dat mocht ook wel voor de extra bijdrage die ik had betaald voor de aanschaf van meer dan een standaard ziekenfondspruik. Om 4 uur had ik een bijna onbedwingbare neiging om de pruik af te rukken, tijd om naar huis te gaan.

’s Nachts een sjaaltje omgedaan, want ik had een koude kop! Vrijdagochtend naar de prikpost, ditmaal met sjaaltjes. Toen daar ook direct maar weer mee naar het werk. Een enkele collega die ‘het’ nog niets wist, schrok zich rot, maar verder ook nu weer enthousiaste reacties. Ik ben eigenlijk helemaal hip, want uitgerekend vrijdag stond er een artikel in de Volkskrant over mijn Buffy’s! De sjaaltjes zijn multifunctioneel en worden gebruikt door wintersporters, skaters, motorrijders, en kunnen gebruikt worden als sjaal, muts, mitella en ter camouflage van kale schedels.

Voor de pruik heb ik een ‘onderhoud-set’ moeten aanschaffen met shampoo, balsem, haarlak conditioner, pruikenstandaard en borstel, voor het ‘onderhoud’ van mijn schedel een tube cleanser en scalp therapy. Ga er maar aan staan… Denk je overal van af te zijn!

Tegenslag

Vrijdagmiddag bij thuiskomst een voicemailbericht. Mijn leukocyten (witte bloedlichaampjes, zij voorkomen infecties)) waren te laag, dus moest ik maandag naar het ziekenhuis, weer bloed laten prikken. Als het in het weekend niet bij gekomen was, zou de kuur worden uitgesteld.
Shit.

Tegenslagje waar je dan toch niet op rekent. Ik voel me tenslotte goed! (De laatste twee weken had ik ongeveer 60% gewerkt, minstens 100 plantjes in de tuin gezet, tuinmeubilair geschrobd, enzovoorts). Ik meldde nog dat mij was gezegd dat, als dit zou gebeuren, niet de kuur zou worden uitgesteld maar dat ik dan een extra injectie zou krijgen. Was ik weer op het verkeerde been gezet?! Ik haat deze tegenstrijdige informatie.
Dit weekend deed ik voor mijn doen rustig aan, in de hoop dat mijn beenmerg nu toch even z’n best zou doen.

Vanochtend om 8 uur richting ziekenhuis, Irene was zo lief om met me mee te gaan. Vlak voor het ziekenhuis, we reden meer dan de toegestane 50 km., snelheidscontrole. “Komt u maar even aan de kant”. We hadden nog een kwartier voor de afspraak in Gooi Noord. Dus wij tegen de agent zeggen dat hij wel haast moest maken. Ik had mijn Buffy’s weer om, en dat maakt direct indruk. Ik fluisterde zachtjes tegen Irene dat ik mijn doekjes ook wel even af zou kunnen doen, maar de agent was al aardig zenuwachtig geworden, dus dat zou een beetje zielig zijn geweest. Aan de bekeuring was geen ontkomen. Irene’s tweede bekeuring ooit voor te hard rijden. De eerste was bij terugkomst van het AVL, toen ze mij reed… Dus wij giechelen in de auto, de agent snapte er niets meer van.

Om 11 uur de uitslag, de leukocyten zijn nog te laag, maar de (tweede) kuur gaat morgen door. En woensdag komt er iemand van To care nog wat mij thuis die peperdure injectie geven. Kan je ziek van worden, koorts en botpijn van krijgen. Fijn vooruitzicht. Misselijk zal ik ook worden, dus de rest van de week schrijf ik mezelf maar af. Mijn incasseringsvermogen wordt wel op de proef gesteld.

Toch ben ik blij dat de kuur niet wordt uitgesteld, want daar heb ik me geestelijk op ingesteld. Soof en Suus gaan mee, alle drie met Buffy’s om. Vrouwen voor vrouwen.

Liefs
Margreet

PS.  Het ziekenhuis belde net op. Mijn leukocyten waren te laag, blah, blah, ja mevrouw dat weet ik al. En dat ik morgen een injectie krijg. Weet ik ook al. Toch wist ze me nog iets nieuws te melden, namelijk dat ik waarschijnlijk na elke volgende kuur deze injectie krijg. Voor wat deze info waard is. En dat ik mezelf in acht moet houden en waarschijnlijk extra moe wordt/ben. Terwijl de assistente van de internist zei dat rust of geen rust niet uitmaakte. Dus. En ik vandaag ook nog ongesteld ben geworden, terwijl ze me in het AVL vertelden dat dat met de chemo’s zou wegblijven. Ik ben nu het meest toe aan een potje janken, sjaaltje af, spiegel erbij, wentelen in zelfmedelijden en dat kan ik daar misschien vervolgens de humor weer van inzien. Ik zit in een mallemolen, en moet de tred bijhouden, terwijl ik er het liefst, heel even maar, uit zou willen stappen.

Bussum, 10 juni 2005

28 jaar lief en leed

Ja, vandaag is het onze trouwdag. 10 juni 1977 traden we met elkaar in het huwelijksbootje. We zijn er af en toe bijna uitgevallen, maar uiteindelijk, god zij dank, binnen boord gebleven. De ochtend na onze eerste officiële huwelijksnacht de ontknoping van het Molukse gijzelingsdrama in Wijster. Dat was wel even schrikken, zo bij een vers eitje aan het ontbijt.

We gaan het toch maar een beetje vieren met z’n tweeën, met een, althans voor wat mij betreft, zeer bescheiden hapje in ons lievelingsrestaurant, velen van jullie raden het al.

Drie dagen na Kuur Twee

Die zit er ook weer in. En als ik er aan terugdenk, had ik vorige keer ook, dan word ik acuut misselijk. Van het idee, die vieze gifzakjes. Ik sprak vorige week de fotograaf van de NCRV-kalender. Hij vertelde me dat hij een tijd had gewerkt voor een farmaceutische industrie die deze kuren maakte. Hij moest de flessen fotograferen. En er werd hem op het hart gedrukt dat hij, mocht zo’n fles vallen, vooral heel snel de ruimte moest verlaten en de deur achter zich dicht moest trekken. Personeel in witte pakken zou de rommel dan komen opruimen.

Sofie en Susanne waren mee bij het toedienen van kuur Twee. Zij verbaasden zich over de ontspannen sfeer, zeker ook toe te schrijven aan het verplegend personeel. Zat ik vorige keer met acht andere slachtoffers plus nog wat aanhang, we waren nu maar met z’n vieren, en ik met mijn lieve dochters. We hadden boeken mee voor twee weken, maar hebben geen letter gelezen. De tijd (ruim 2 uur) gaat toch snel om. We hadden ons voorgenomen gedrieën gesjaald en al richting Gooi Noord te trekken, maar zagen daar toch van af. In plaats daarvan hebben we na afloop dinsdag een geweldige fotosessie gehouden. Het begon met een Fatima-optreden van Suus en Soof onder de afwas en eindigde in, nou ja, jullie kunnen de foto’s zelf bekijken!

DOEKJES FOTO

Peperdure injecties

Helaas is mijn lijf dus niet in staat gebleken om de witte bloedlichaampjes zelf naar behoren aan te vullen. Die bijwerking komt vaker voor. De 33 bestralingen zijn hier misschien ook wel debet aan. Er gebeurt nogal zo wat, en ook aan mijn uithoudings- en aanpassingsvermogen zitten grenzen. De prik met groeifactoren, gemaakt door een apotheker in Utrecht, werd woensdag per koerier afgeleverd, en ’s middags precies 24 uur na de kuur door een verpleegster hier thuis toegediend. Een klein, venijnig spuitje. Kosten: een paar honderd euro. Laat Hoogervorst het maar niet horen. Ik hoorde van de week een bericht op de radio dat er vrouwen zijn die zouden kunnen genezen van borstkanker als ze bepaalde hele dure medicijnen krijgen. Maar afhankelijk van de financiële situatie waarin het ziekenhuis waar ze op zijn aangewezen verkeert, blijken ze die dan wel of niet te krijgen… Nederland anno 2005. En dat zal er m.i.v. januari 2006 met het nieuwe zorgstelsel echt niet beter op worden.

Gedwongen thuiswerken

Een op de vier mensen die de groeifactoren krijgt toegediend, krijgt botpijn. Ik dacht dat ik in plaats daarvan een soort hartaanval kreeg. Beetje overdreven. Leukocyten worden aangemaakt in het beenmerg, en dat gebeurt dan vooral in je heupen en je borstbeen. Nou, bij mij was het dus het borstbeen. Alsof je ongetraind aan een hardloopwedstrijd hebt meegedaan, felle steken in de borst. Dat is dus botpijn. Weet ik dat voor de volgende keer, want ik krijg deze dure spuitjes nu na elke kuur.
Maar het aller vervelendste eraan is dat ik dus blijkbaar zo vatbaar schijn te zijn voor infecties en andere ziektes, dat ik ruimtes met veel mensen erin moet vermijden! Werk ik bij de NCRV in een kantoortuin (achterhaald concept, maar we moeten het ermee doen) met circa 30 collega’s. En in het hele AKN-gebouw werken zo’n 1.000 mensen.
Vanmiddag heb ik met mijn teamleider de mogelijkheden van thuiswerken besproken. Geen ideale oplossing, maar ik ben vooralsnog niet van plan om te stoppen met werken.

Weg met die pruik!

Op dit moment ben ik wat misselijk en moe, maar dat zal over een paar dagen wel veel beter zijn. Verder geen noemenswaardige verschijnselen. Behalve dan dat ik merk iets minder veerkracht te hebben. Het idee dat ik er nog drie moet… En het gevoel dat je toch langzaam een beetje gesloopt wordt. Er daar komt het wennen aan het kaal-zijn/pruik-dragen/sjaaltjes-draperen nog bij.

Dinsdag was ik met pruik naar de Nettorama vertrokken om bij thuiskomst ineens overal heel erg de pest in te hebben. Ik begon in het wilde weg te foeteren en te tieren, en voordat ik het wist, vloog de pruik door de kamer. Gaat 735 euro, dacht eega nog. (Al krijg ik dus wel een groot deel vergoed van die pruik.) Tsjonge, dat luchtte wel heerlijk op!

Stigma

Gisteren met Sofie even door het dorp en over de markt gelopen. Met Buffy’s. En dus overduidelijk een kankerpatiënt. Dat blijkt dan echt wel. Ik dacht dat het misschien aan mij lag, maar ook Sofie, en die is heel sensibel, voelde het. Mensen kijken je een beetje meewarig aan. We kochten een sjaal (ditmaal voor om de nek) en de verkoopster deed deze in een ‘speciaal gelukstasje’. Van die dingen. Zou ik nog wel eens misbruik van kunnen gaan maken… Beetje secundaire ziektewinst mag vast wel.

Ik heb geen onaardige schedel, maar toch wel liever met wat meer bekleding dan de stoppeltjes die er nu op staan. Kaal zijn is niet vrouwelijk. Dat is gewoon zo. Waarom werden net na de oorlog alleen vrouwen die geheuld hadden met de vijand kaalgeschoren, en mannen niet?! Om maar wat te noemen. En zo’n kale kop is koud! Gelukkig kan ik de Buff ook gebruiken als slaapmuts.

Het is nu zaterdag en vanochtend zat ik echt in een dal. Ik nam me voor om pas 7 augustus weer uit bed te komen, als alles voorbij is. Maar om 1 uur ben ik toch maar opgestaan, een was uitgezocht, sanitair gepoetst, plantjes verzorgd en in bad geweest. Het houdt nog niet over, maar dat zal nog wel vaker voorkomen.

Veel liefs voor jullie allen
Margreet

Bussum, 17 juni 2005

Lieve familie en vrienden,

Ik hoop niet dat ik jullie heb laten schrikken. Noch van de foto’s noch van mijn kleine ‘depressie’.

Wat het eerste betreft, ik heb getwijfeld over de foto van mijzelf zonder pruik of Buff, maar de achterban vond dat het kon. En mijn naasten en ikzelf zullen ongeveer een halfjaar met deze ‘naakte’ waarheid moeten leven (nog bijna elke ochtend grijp ik in een automatisme naar de douchemuts).

Annemarie Grewel/Gruwel

Ik moest ineens denken aan Annemarie Grewel. Ook wel Gruwel genoemd. Want makkelijk was ze niet. Driedubbel gehandicapt noemde ze zich zelf: lesbisch, joods en een vrouw. Ze gaf les op de faculteit Pedagogische Wetenschappen (UvA), al wist ze haar snor daar ongegeneerd te drukken. Ze bemoeide zich liever met het COC (heeft een keer avances gemaakt bij mijn zus), de PvdA en kortstondig met Nelly Frijda. Ze opteerde eenmaal voor het burgemeesterschap van Amsterdam. Ik zag haar wel eens in haar stamkroeg Eik & Linde, vlakbij Artis, en deed vlak na mijn bevalling van Sofie bij haar een uitgesteld tentamen.

Ze feliciteerde me met Sofie, en voegde daar onmiddellijk aan toe dat oudste kinderen helaas altijd broddellapjes waren. Annemarie nu was een keer te gast in Villa Felderhof (ook NCRV), met kaal hoofd, Annemarie zat nergens mee. Ze had kanker en is inmiddels overleden. En Sugar Lee Hooper maakt van haar schedel haar visitekaartje. Dus!

Mijn pruik is inmiddels in de revisie, hij/zij was te groot en kon qua netje niet verder worden aangetrokken. Hij/zij moet nu uit elkaar gehaald of zoiets. Ik ben een paar dagen pruikloos, en dat geeft een opgelucht gevoel.

Elke dag als ik dat ding zie, denk ik: doe hem nou eens op. Maar een Buff zit nu eenmaal veel lekkerder. En ik heb huisarrest, en mag hooguit af en toe een uurtje naar mijn werk. Ik werk nu van thuis uit, maar dat is behelpen en bevalt me allerminst. Je bent toch de grip op de zaken kwijt, en ik mis de contacten met mijn collega’s. Erg balen. Overigens mag ik wel bijvoorbeeld naar AH. En waar je uiteindelijk bacteriën opdoet?! In ieder geval moet ik langdurig in een ruimte met veel mensen vertoeven proberen te vermijden.

Eigenwijs

Ik ben gisteren, geheel tegen de zin van mijn teamleider in, toch naar de NCRV gegaan. Twee uurtjes maar. Hij vond het erg onverstandig, en wilde naar mij toe komen, maar EMdB blijft een eigenwijs mokkel. Ik moest hem onder meer spreken omdat ik het idee had dat ik gepasseerd word in beslissingen aangaande de NCRV-kalender. Ik maak die al zes jaar, oplage 10.000 stuks. We zitten daar nu mee in de eindfase, en ik ben tot nu toe heel goed in staat dit project grotendeels zelf af te ronden. We hebben een pittig gesprek gehad.
Zowel voor mijn collega’s als voor mijzelf is het allemaal erg wennen en zoeken naar een goede tijdelijke oplossing. En helaas leef ik nu van kuur naar kuur en valt over de tussenliggende weken weinig te voorspellen.

Vanochtend naar de dokter: ik voelde sinds twee dagen een knobbel in mijn (niet bestraalde) oksel die steeds groter en pijnlijker wordt. Wat ik al dacht: ontstoken talgkliertje, dus antibioticum-zalfje. Het vervelende is dat ik mijn eigen lijf niet meer vertrouw. En op knobbeltjes heb ik het helemáál even niet meer!

Wat de diepe dip betreft, die was kortstondig. En na acht dagen, als het gif uit mijn lichaam is, voel ik me psychisch en fysiek direct weer bijna de oude.
Volgende week ga ik een paar dagen naar schoonzus Nora in Hezingen vlakbij Ootmarsum, Achterhoek. Koos en Nora hebben daar een vakantiehuisje. Ik verheug me daar erg op, even eruit, verandering van omgeving. Zijn mijn huisgenoten ook even van mij verlost. Dat bedoel ik niet anders dan dat ze me dan even niet in de gaten hoeven te houden. Want dat doen ze heel trouw en liefdevol. Maar lijkt me ook erg vermoeiend. In de loop van donderdag moet ik huiswaarts keren om vrijdagochtend weer bloed te laten prikken, ter voorbereiding op dinsdag =derde kuur=circus begint weer.

Veel liefs
Margreet

Bussum, 2 juli 2005

Lieve mensen,

De Oma van Otje is dood. Gaat het over Annie M.G.Schmidt, of Pluk van de Petteflet?
Nee, onze poes Saar is afgelopen maandagavond op straat aangereden. Van een van haar voorpoten was het vel er geheel afgestroopt, de andere poot was ook danig beschadigd.

We hoorden piepende remmen, kattengekrijs en kort daarop kwam Saar binnen gestrompeld, een spoor van bloed achter zich aan trekkend. Ze kroop onder de bank, in de hoes, niet meer te benaderen.
Deze poes laat zich al 9 ½ jaar ook onder normale omstandigheden niet oppakken. Er zat niets anders op dan de Dierenambulance te bellen. Ik kon het risico nu niet nemen gekrabd en gebeten te worden, en ik wilde dat mijn gezin ook niet aandoen. Toen de dierenarts gebeld, stennis gemaakt, want hij had geen tijd. We zijn al 15 jaar klant, met 2 tot 6 katten, en namen in deze situatie geen genoegen met dit antwoord. Na drie telefoontjes konden we toch in Bussum terecht.

De Dierenambulance

De vrouw van de Dierenambulance arriveerde, met een goede kooi en handschoenen tot over de ellebogen. Wij knipten de onderkant van de bankbekleding los en ons Saartje werd professioneel vastgegrepen en ondanks heftig verzet belandde ze in de kooi. Om vervolgens met het hele gezelschap, ondergetekende uitgezonderd, in de ambulance naar de dierenarts te vertrekken. Een aantal buren uit de straat schrokken zich helemaal wild: ze zagen eega en Suus in een ambulance door de straat rijden, en dachten dat ik werd afgevoerd! Maar ik had echt niet in zo’n kooitje gepast…

Het zag er slecht uit, maar niet levensbedreigend. Een kat schijnt zich snel aan het lopen op drie poten te kunnen aanpassen. De dierenarts en de ambulancevrouw hadden de grootste moeite om Saar een spuit toe te dienen. Ze verzette zich als een leeuwin, beide professionals hadden grote handschoenen aan en dat was maar goed ook, want ze hing er met klauwen en kaken volop in. Ze sprong zelfs ondanks haar verwondingen nog van tafel.

Katten anatomie

Susanne kreeg een gratis lesje anatomie. Men zag af van ‘een verbandje aanleggen’, in plaats daarvan kreeg ze de zwaarste pijnstillers en een shot opium. En wij kregen bedenktijd. Een paar uur opereren, 2 tot drie maanden herstellen, dagelijks verbandjes verwisselen, pillen toedienen, kraag om, niet naar buiten. Het karakter van de kat (een stress’kip’/kat) en het feit dat ze altijd al onbenaderbaar was tenzij zij zelf contact zocht, maakte dat wij besloten aan haar lijden een einde te maken.

Dinsdagochtend, drie uur voor mijn kuur DRIE, namen wij afscheid van Saar. (De naam bedacht door Cees, onze vriend die in april overleed). Een halfjaar nadat kat Koos van ons schuurtje was gevallen, dwarslaesie, ook al in een urntje begraven in de tuin, naast Tijger die 10 jaar geleden aan katten-aids was overleden. Blijft Otje nog over. Daarna is het wat mij betreft helemaal afgelopen met huisdieren. En is er ook geen plek meer in het familiegraf.

Kuur numero drie

Elk nadeel het z’n voordeel, ik had geen tijd om de zenuwen te krijgen voor kuur numero drie. Die zit er dus al weer in. Vriendin Irene ging mee. Ik had een bijzondere ontmoeting met de internist, die ineens ongekend vriendelijk tegen me was. Nu zal dit alles te maken hebben met het feit dat hij ingeseind zal zijn over het feit dat ik een brief klaar had liggen voor de Klachtenraad van het ziekenhuis. En wel over het protocol dat niet was nageleefd: mijn behandeling zou niet zijn doorgesproken met het AVL als we daar niet zelf achter gekomen waren. Ik had me al voorgenomen hem dit voor de voeten te gooien als hij het zou wagen voor de derde keer om een pasfoto van mij te vragen. Ter illustratie van zijn dossier, hoe verzin je het!

Protocollen…

En ja hoor, de vraag kwam weer. Waarop ik zei dat ze zich waarschijnlijk niet goed realiseren wat ze een vrouw in mijn situatie dan vragen: een foto nog met haar, zonder haar, met pruik of met doekjes?! Herkenbaarheid?! Schijnt vooral voor de verpleegkundigen te zijn die ons chemokuren-patiënten maar eenmaal in de drie weken zien. Ik blijf het onzin vinden. Maar volgende keer krijgt hij er een met doekjes, dat had zijn voorkeur. Aanleiding verder voor mij om hem aan te spreken op zijn botte opmerking van vorige keer dat ik een probleem had nu ik niet meer langdurig in ruimtes met veel mensen mag vertoeven. Je stuurt iemand toch niet met zo’n opmerking het bos in als je pretendeert belang te hechten aan persoonlijk contact met je patiënten (zijn woorden).
Tot slot sprak ik hem dus aan over het niet nageleefde protocol.

Dit werd wel wat veel voor hem. Hij wilde er graag nader met mij over ‘discussiëren’, maar dan onder vier ogen. Ons geanimeerde gesprek had tot dan toe plaatsgevonden in de chemokamer, ik ben benieuwd wie behalve Irene het gesprek verder heeft kunnen volgen.
Op aandringen van de man zelf heb ik nu een afspraak staan voor over twee weken. Ik vermoed dat hij hoopt mij af te kunnen houden van het versturen van de brief, maar die heb ik woensdag al op de post gedaan, keurig met cc-tjes naar de betrokkenen. Overigens had ik deze actie al aangekondigd bij de oncologisch verpleegkundige, die mij zeer aanmoedigde de brief toch vooral te versturen. Ook zij is van mening dat er een ‘lek in het systeem’ zit. Ik heb de brief niet in een opwelling geschreven, ‘m drie weken laten liggen, beetje aan geschaafd, niemand persoonlijk beschuldigd, slechts de vinger op de zere plek gelegd. Aan de Klachtencommissie om er wel of niet iets mee te doen.

Strijdbaarheid

En stiekem doet de strijdbaarheid in deze mij goed. Die heb ik nog. Alhoewel ik merk dat de rek er wel een beetje uit is. De zaterdag na een kuur lijkt een huildag te worden, net zoiets als kraamtranen drie dagen na de bevalling. Het gif mist vooral mentaal zijn uitwerking niet. En dat had ik niet in die mate verwacht. De bestralingen lijken er peanuts bij. Men noemt mij wel een terriër, maar ik voel me er zo langzamerhand één op drie poten. Dat is Saar bespaard gebleven. Ik zal ook tijdelijk een nieuw ritme moeten vinden. Het gemis van mijn werk, het toegeven aan de lichamelijke ongemakken, het zorgen voor de broodnodige ontspanning.

Ontspanning

Ik heb heerlijke dagen gehad in Ootmarsum, samen met schoonzus Noor. We hebben lekker gekletst, gelezen, gepeuzeld, een paar maal per dag het nest jonge merels geïnspecteerd, en gewandeld. Ik mag nog eens komen, en dat laat ik me niet twee keer zeggen. Prachtige omgeving, duidelijk een flink eind weg van de Randstadmentaliteit. Indrukwekkende Belgische knollen in het weiland voor het huisje, en je had het idee in een volière te zijn beland.

Rust wat

Afgelopen zondag zijn we door de man van Irene getrakteerd op een verrukkelijke lunch op het terras van de Blaricumse uitspanning ‘Rust Wat’. Ook erg van genoten.

Ik neem me voor vlak voor elke nieuwe kuur (nog twee, eigenlijk twee te veel) een paar dagen te gaan wieberen. Dan heeft het thuisfront ook even een adempauze. En kunnen ze ongestoord met een afhaal Chinees voor de buis, afwas lekker laten staan en zo meer.

Mijn werk is geminimaliseerd, en ik heb ook niet veel puf meer. De NCRV-kalender is gedrukt, ik ben nog bij de drukker geweest voor de laatste aanwijzingen, nog wat kleine zaken daaromtrent te regelen. Verder doe ik wat eindredactiewerk. En kijk mijn mailbox van het werk van thuis uit elke dag na, beantwoord hier en daar een vraag, verzoek collega’s kleine klusjes af te handelen en dat is het voor dit moment.

Afgelopen maandag was ik nog wel even op mijn werk, onze directeur zou tekst en uitleg geven over de deels onbegrijpelijke en onlogische plannen van mevrouw Medy van der Laan.

Outfit: sjaaltjes. Effect: meer mensen dan ik dacht wisten van mijn ‘situatie’ en durven mij nu pas aan te spreken! De Buffy’s hielpen ze volgens mij over de drempel heen.

Laatste loodjes

Ik ben erg benieuwd naar de columns van Karel Glastra van Loon die nu na zijn overlijden uitkomen. Dat zal wel de nodige herkenning opleveren, alhoewel ik niet van plan ben hem achterna te gaan. Noch voor wat betreft het publiceren van mijn nieuwsbrieven, noch ‘je weet wel’. Stukje bij beetje begin ik me een kankerpatiënt te voelen. Nu pas. En ik verzet me er ook nog wel tegen, maar minder heftig. Het zij zo. De misselijkheid, de schopbenen, de botpijn, andere ongemakken van de eerste week na een kuur laten hun sporen toch na.

Ook een De Broekert kent grenzen. We zullen doorgaan, maar is wel afzien, die laatste loodjes. Hebben we het over nog twee maanden. Kon ik die maar uit de NCRV kalender scheuren. Grote lichtpunt: jullie onvoorwaardelijke aandacht, al die spontane, lieve reacties. Die geven mij dagelijks moed om maar zo gewoon mogelijk door te leven.

Voor diegenen onder jullie die de koffers gaan pakken: een hele goede vakantie, pas op met de zon en een behouden thuiskomst.

Liefs
Margreet

Bussum, 3 augustus 2005

Lieve mensen,

Na een stortvloed aan gevoelens, verwoord in letters, die ik de afgelopen maanden over jullie heb uitgestrooid nu de spreekwoordelijke stilte (voor de storm). Mailstilte vooral, ik werd daar door verschillende van jullie op attent gemaakt.
Niet omdat mijn ‘pen is opgedroogd’. Niet omdat ik kwijnend in bed lig. Maar gewoon omdat ik niet goed weet waar te beginnen, zonder er teveel over kwijt te willen. Laat ik beginnen met een vertelling.

Er waren eens een koning en een koningin. Ze waren niet altijd even gelukkig, maar vonden daar toch een weg in. Ze genoten intens van hun prinsesjes. En toch ook zeker van het leven, samen en soms minder samen. Koning Petrus was een wijs en aimabel man. Koningin Leonoor een toegewijd echtgenoot en moeder. Wat fel bij tijd en wijlen, maar hard werkend en zorgend. In het land van Ruth en Hart leek alles pais en vree.
Totdat Koning Petrus teveel oog bleek te hebben voor Koningin Elderel. En dat nog wel in een periode dat Koningin Leonoor worstelde met haar gezondheid. En de Koning en Koningin elkaar bovendien weer gevonden leken te hebben.
Toen kwam er een olifant, en die blies het hele sprookje… aan diggelen.

Wat cryptisch, maar de strekking zal een goed verstaander duidelijk zijn.
9 augustus de laatste chemokuur. Kuur (4 en) 5 dus zonder ‘Koning Petrus’.
Het voelt nu vooral als een kwestie van leven en overleven.

Liefs
Margreet

Naschrift

In september 2005 was ik aardig opgeknapt en begon mijn haar weer aan te groeien. Ik ging rustig aan het werk, werd in de overgang gesmeten, de tamoxiphen (anti-hormoonpil) en aromatase-remmers zorgden voor een ongekend aantal MPS-jes (Gooisch woord voor My Personal Summer ofwel in gewoon Nederlands: opvliegers), ik bleef regelmatig onder controle en na vijf jaar mocht ik stoppen met de pillen. Behandeling geslaagd. Genezen verklaren doen ze je niet, en ik heb nu weer evenveel kans als iedereen om borstkanker te krijgen.

De jaarlijkse mammo’s blijven spannend, ook deze ziekte raak je in je hoofd nooit helemaal kwijt. Maar je leert er wel steeds beter mee leven.

Ik ben er nog en sta toch iets anders in het leven dan daarvoor. Vooral leuke dingen stel ik, als het even, kan niet meer uit. Uitdagingen ga ik niet uit de weg, lef is het enkelvoud van leven.
En zoals één van de andere engeltjes van Maria Goos (zie http://www.mariagoos.nl/columns/briefesta-okt07.html) het zo mooi verwoordde:'” Je wordt nooit meer de oude, maar wel een goeie nieuwe!”.

Bussum, 1 november 2012