Schaamteloos sollen met sollicitanten


Vorige week werd ik weer eens met mijn neus op de feiten gedrukt: onthutsende verhalen uit ‘eigen doos’ en die van anderen over het schaamteloze gesol met sollicitanten.


Een vrouw van 62 jaar, die tot haar 61ste altijd fulltime gewerkt had en toen wegens een reorganisatie ontslagen was, ging dapper en vooral vol goede moed voor het eerst weer solliciteren. En ze werd prompt uitgenodigd voor een gesprek! Maar helaas, ze werd afgewezen. De reden: ze had zich te enthousiast getoond…
Niet uit het veld geslagen schreef ze weer een brief. En werd weer uitgenodigd. Blij met een dooie mus, want het bleek dat het bedrijf haar wel eens wilde zien. Alleen omdat ze zo’n leuke brief had geschreven, niet omdat ze haar als serieuze kandidaat zagen. Ach, als werkzoekende heb je toch tijd genoeg, nietwaar?!

Een tijdje geleden solliciteerde ik bij een goede doelen organisatie. Ik had alle vereisten goed doorgenomen en daar mijn brief op geschreven. Ik was (weer eens) één van de 200 kandidaten, dus zeker gezien mijn leeftijd kansloos. Toen ik na de verwachte afwijzing vroeg om de reden(en) kwamen ze met aanvullende eisen, die niet in de advertentietekst terug te vinden waren. Tsja, hoe moet je anders schiften: gewoon tijdens de procedure de eisen opschroeven. Overgekwalificeerde sollicitanten immers te over.

Vlak voor mijn rondreis door Vietnam was ik door een kennis getipt voor een vacature bij een nieuw op te zetten gezondheidsorganisatie. Omdat ik de moed bij tijd en wijlen nog steeds niet opgeef, besloot ik maar weer eens een brief te schrijven. Want het leek me een leuke baan, en ik was volgens deze kennis precies wat ze zochten.
Tot mijn grote vreugde kreeg ik de eerste dag van mijn verblijf in Vietnam een mail, waarin ik werd uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de commercieel directeur! Mijn reisgenoten (waaronder ook twee werkzoekenden) leefden erg met met mij: na twee jaar eindelijk weer op gesprek gevraagd!

Na mijn vakantie belde ik zoals afgesproken voor een afspraak. Helaas, ze hadden hun beleid aangepast, ze zouden mij in portefeuille houden en mij alsnog voor een gesprek uitnodigen als er in de buurt van Bussum een vestiging was gevonden. Inmiddels had de vestiging in Almere concrete vormen aangenomen.
Vervolgens werd ik vorige week geheel afgeserveerd. Reden wasde uitdrukkelijke wens van de directie om met dames te gaan praten die woonachtig zijn in Almere en bekend zijn met de lokale gebruiken en de bewoners.
Ik schoot in de lach. Ondanks de teleurstelling. Ze zullen het wel serieus menen, en Almere beschouwen als een soort Staphorst. 

Misschien had ik een andere foto op mijn C.V. moeten plaatsen. Ik ga me de komende tijd natuurlijk wel enorm verdiepen in die lokale gebruiken en bewoners van Almere, want dat moet toch iets héééél bijzonders zijn.
o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-

Voor wie het ‘leuk’ vindt hieronder de correspondentie tussen mij en de niet bij naam te noemen gezondheidsorganisatie (ik blijf wél netjes):

Op 13 januari 2015 ontving ik deze twee mails.
Eerste mail:

Ik begrijp nu waar het ‘mis’ is gegaan met de uitnodiging voor kennismaking met … voor uw vakantie. In onderstaande mail heeft u aangegeven voor 11 februari een afspraak te kunnen maken. Overigens geen enkel probleem, wij plannen na uw terugkomst de kennismakingsafspraak in. Het is meer dat ik het zelf vervelend vind als ik in gebreke zou blijven en u de kans op een leuke baan zou ontnemen.

Tweede mail:

Wilt u na uw vakantie contact met ons opnemen zodat we een kennismakingsafspraak kunnen plannen met …, commercieel directeur van …?

Ik belde 10 februari, twee dagen nadat ik van vakantie terugkwam, om de afspraak te maken, maar kreeg geen gehoor. Daarop probeerde ik per mail een afspraak te maken. Met verbazing las ik de reactie daarop:

Goedemorgen Margreet,

Wij kunnen nu nog geen afspraak inplannen. Ons beleid hebben we in zoverre aangepast dat wij eerst een geschikte praktijklocatie zoeken en het medisch inhoudelijke personeel. Zodra aan deze vereisten is voldaan, gaan wij de informatrices werven.
Onze eerste praktijken worden rond 1 april 2015 geopend, ik kan nog geen vestigingsplaats noemen. Zodra de praktijk in de ruime omgeving van Bussum geopend wordt, nemen wij contact op voor een kennismakingsafspraak en het verdere verloop van de procedure.

Ik houd jouw CV in portefeuille. 

En toen een laatste mail d.d. 12 maart jl.:

Geachte mevrouw De Broekert,


Enige tijd geleden heeft u bij ons gesolliciteerd op de vacature informatrice.
De opening van … in Almere begint concrete vormen aan te nemen en wij hebben onze vacature onder andere via UWV Almere uitgezet. Zij hebben een aantal geschikte kandidaten aan ons voorgesteld en wij hebben besloten met deze dames gesprekken te gaan voeren.
Het spijt me u te moeten mededelen dat u niet tot deze selectie behoort. Het is de uitdrukkelijke wens van onze directie om met dames te gaan praten die woonachtig zijn in Almere en bekend zijn met de lokale gebruiken en de bewoners.

Hartelijk dank voor de getoonde interesse in … en wij wensen u veel succes bij het vinden van een passende werkkring.

Mijn reactie daar weer op:
Het spijt het te moeten zeggen, maar voor mij valt dit onder het hoofdstuk ‘Sollen met sollicitanten’.
U nodigt mij uit, schuift het gesprek vervolgens op de lange baan om mij uiteindelijk alsnog geheel af te wijzen. Want uit uw laatste zin maak ik op dat ik ook niet in aanmerking kom voor een (potentiële) praktijk in de ‘ruime omgeving van Bussum’. U rept niet meer over mijn C.V. in portefeuille houden, wenst mij succes bij het vinden van een passende werkkring en ontneemt mij wel de aanvankelijk geboden kans op een leuke baan.
Ik vind het argument van ‘bekend moeten zijn met de lokale gebruiken en bewoners van Almere’ vreemd zo niet lachwekkend. Almere ligt vanuit Bussum gezien wel aan de andere kant van het water, maar niet op een andere planeet.

Het zij zo. Ik ben eerlijk gezegd wel benieuwd naar de werkelijke reden van mijn afwijzing.

Vriendelijke groet

Margreet de Broekert