Familie Zilverberg
Hoe een joods bakkersgezin uit Bussum ‘verdween’
Voorwoord
Tien jaar geleden schreef ik een artikel(tje) in BussumsNieuws over de familie Zilverberg.
In de loop van de jaren daarna sprokkelde ik meer informatie bij elkaar. Met postuum zeker ook veel dank aan Hans Jonker.

Op woensdag 25 juni 2025 werden in de Hamerstraat 106 te Bussum struikelstenen gelegd voor dit gezin. Vader, moeder, hun vier dochters en Joseph Krant, de vader van moeder Jetje, die bij hun inwoonde.
Alle zeven gezinsleden zijn vermoord.
In aanloop naar deze leggingen, door de Stichting Struikelstenen Gooise Meren georganiseerd, verdiepte ik mij weer in de geschiedenis van deze joodse bakkersfamilie. Dat leverde mijns inziens toch wat noodzakelijk extra speurwerk op.
Ter nagedachtenis aan deze zeven mensen besloot ik er een nieuw document van te maken, al zijn er nog altijd ‘losse eindjes’.
Van Hilversum naar Bussum

In februari 1932 verhuisden Abraham Zilverberg en zijn vrouw Jetje Zilverberg-Krant met hun dochtertjes Esther en Lena van Hilversum naar Bussum. Abraham was brood- en banketbakker en begon zijn koosjere zaak aanvankelijk aan de Driestweg 7b en later aan de Raadhuisstraat 20.
Het gezin woonde vanaf 17 maart 1936 in de Hamerstraat, op nummer 106. Daar werden Julia en Sara geboren.

De oorlog
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, leek de situatie voor de joodse bevolking in Bussum aanvankelijk niet alarmerend.
Maar in de loop van 1941 werden hun steeds meer beperkende maatregelen opgelegd.
Zo mochten joodse kinderen per 1 september 1941 niet meer naar de openbare of bijzondere scholen.
In Bussum werd een ‘School voor kinderen van Joodschen bloede’ opgericht. Ook de meisjes Zilverberg gingen naar dit schooltje, dat onder de bezielende leiding stond van de joodse leraar IJs Vissel. Vanwege zijn afkomst was hij als leraar aan het Gooiland Instituut ontslagen.

In de zomer van 1942 gaven de Duitse bezetters opdracht aan alle Joden van Bussum, met uitzondering van hen die ontheffing hadden gekregen, om per trein naar Amsterdam te vertrekken. Op 25 juni 1942 stond bijna geheel joods Bussum op het station Naarden-Bussum. De reis moesten de evacués overigens zelf betalen.
In het Dagrapport van de Bussumse politie van die dag is niets te vinden over deze verschrikkelijke ‘operatie’. Wel werd melding gemaakt van het bevel dat de Bussumse politie verlaten ‘Jodenhuizen’ in de gaten moest houden.
Gedwongen verhuizing naar Amsterdam
Of het gezin Zilverberg die 25ste juni ook gedwongen werd om hun huis in Bussum te verlaten, is niet duidelijk, maar wel zeer waarschijnlijk.
In een briefwisseling tussen Elisabeth van Wetten-Krant, de zus van Jetje die als een van de weinige van haar familie de oorlog overleefde, en het Nederlands Beheersinstituut had Abraham hun buren Van Breemen van de Hamerstraat 104 en de familie Connigen(?) gouden voorwerpen (waaronder hun trouwringen), meubelen en linnengoed in bewaring gegeven.

In een Amsterdams politierapport van 25 november 1942 werd gewag gemaakt van een indringer, die de familie Zilverberg onder valse voorwendselen een aantal van hun goederen afhandig had gemaakt. Als adres wordt Roerstraat 90-II te Amsterdam genoteerd. Pas op 26 januari 1943 zijn zij daar officieel ingeschreven.


Gedeporteerd
Volgens de Woningkaart van de Roerstraat 90-II zou Abraham op 12 oktober 1943 naar Westerbork zijn gedeporteerd. Dat is onjuist: Abraham, Jetje en hun toen achtjarige dochtertje Sara werden op 25 mei 1943 vanuit Westerbork op transport gezet naar Polen.
Die dag was de trein volgestouwd met 2.862 gedeporteerden, waaronder 676 kinderen. Op 28 mei 1943 kwamen ze in Sobibor aan. Niemand van dit transport heeft de oorlog overleefd.

Opa Joseph Krant werd op 24 augustus 1943 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Direct bij aankomst op 27 augustus 1943 werd hij vermoord.
Kinderhuis aan de Driftweg in Laren
Vermoedelijk zijn de oudste drie dochters ergens tussen januari 1943 en mei 1943 ‘ondergebracht’, lees ondergedoken in Laren. Daar runden de gezusters Phine en Nel Simonis al vanaf 1919 aan de Drift 27 een- wat zij zelf noemden- doorlopend tehuis voor kinderen vanaf twee jaar.
(Bijzonder om te vermelden dat Anne Frank daar in 1937 (of 1938?) tien dagen verbleef, omdat haar ouders en zus Margot op vakantie waren in Zwitserland.)


Op 15 november 1943 deden Jodenjagers van de Rotterdamse groep X een inval in dit Kinderhuis. Negen joodse mensen, waaronder ‘verschillende kinderen’ werden gearresteerd. Onder hun waren Esther, Lena en Julia Zilverberg. Vier dagen later werden de drie zusjes naar pleegouders gebracht.


Als hun nieuwe adres stond Waalstraat 102 II te Amsterdam genoteerd. Daar woonde de familie Goudeketting.




Welke relatie zij tot elkaar hadden, is (nog) onbekend. Vader Simon Goudeketting werd op 26 november 1943 naar Duitsland gedeporteerd. Op 31 maart 1944 stierf hij in Auschwitz.

De drie oudste meisjes Zilverberg
Waarschijnlijk zijn de meisjes Zilverberg op 10 december 1943 naar Westerbork getransporteerd.
Op 8 februari 1944 waren zesendertig treinwagons met in het totaal 1.015 mannen, vrouwen en kinderen vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrokken. Julia, Lena en Esther Zilverberg behoorden tot de 263 kinderen die deel uitmaakten van Transport 86.
‘Om het ziekenhuis in Westerbork te ontlasten’ bevonden zich onder deze groep 400-500 zieke Joden. Dit transport wordt daarom wel het meest beestachtige van alle transporten genoemd. Bij aankomst in Auschwitz op 11 februari 1944 werden de drie zusjes Zilverberg (17, 12 en 10 jaar) samen met 797 anderen rechtstreeks naar de gaskamers gebracht.
Net al zovele anderen kwam niemand van het gezin Zilverberg na de oorlog meer terug naar huis.
Naschrift

In de Bussumse synagoge ligt het Boek der Herinnering, met daarin de namen van de omgekomen leden van deze Joodse gemeente. De namen van de leden van de familie Zilverberg ontbraken, al waren ze wel trouwe bezoekers geweest van deze synagoge.
Annet Betsalel en ik legden bij de ‘Z’ een lijst met hun namen. In de Joodse traditie zegt men ‘Zolang je naam genoemd wordt, ben je niet vergeten.’

BRONNEN
Guus Luijters.’In Memoriam.De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945’;
Paul Schneiders ‘Buitengewoon Bussum; een villadorp in benarde tijden’;
Aalderik Hermans. ‘Werkdossier Het Kinderhuisje aan de Drift’;
Arolsen Archives;
Joods Monument;
Stadsarchief Amsterdam;
www.100jaarjoodsbussum.nl.