Overdenkingen van een grootmoeder


De afgelopen dagen overkwam het mij een paar keer dat ik heftig geëmotioneerd raakte.
Het betrof telkens weer jonge kinderen die onrecht is of wordt aangedaan.

Dat heeft mij altijd na aan het hart gelegen. Op zeer bescheiden wijze heb ik wat aan dit onrecht proberen te doen. Door het initiatief te nemen voor het samenstellen van een eerste voorlichtingsbrochure voor kinderen over wat te kunnen doen bij kindermishandeling. Door mij in te zetten voor weeskinderen in Zuid India. Door mee te werken aan de oprichting van de eerste Kinderrechtswinkel in Nederland, aanstaande 15 mei dertig jaar geleden.
Vijftien mei, de dag ook dat mijn eerste kleinkind werd geboren. Een kind dat zo welkom is, en zo omringd wordt door intense liefde van de mensen om hem heen. Als prille grootmoeder besef ik mij terdege weer dat een kind ook zo kwetsbaar is.
En dat de wereld voor veel kinderen nog altijd betekent: leven in een hel.
In landen als Tanzania worden albino-kinderen op grote schaal vermoord. Hun botten, bloed en haren worden gebruikt als ingrediënten voor magische recepten. Recepten die geluk, succes in de liefde, in het werk en voorspoed in het leven zouden bewerkstelligen.
Meisjesbaby’s in India worden gedood omdat ze later alleen maar een financiële last voor de familie zouden betekenen.
Nooit eerder dan vorig jaar hebben kinderen zoveel te lijden gehad onder oorlogsgeweld.

Onlangs kocht ik ‘In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945‘, samengesteld door Guus Luijters. Dit indrukwekkende ‘monument’ geeft alle 17.964 in de Tweede Wereldoorlog vermoorde kinderen een gezicht. Naam, geboorte- en sterfdatum, adres, en foto (voor zover die te achterhalen was).
Voor de Historische Kring Bussum ben ik een artikel aan het voorbereiden voor BussumNieuws over hoe het kon gebeuren dat een heel Joods bakkersgezin uit Bussum, vader, moeder, vier dochters, zonder enig protest van de dorpsgemeenschap kon ‘verdwijnen’. Allen vermoord. Drie dochters maakten deel uit van Transport 86 (in dit boek omschreven als het meest beestachtige transport) dat op 8 februari 1944 vanuit Westerbork vertrok.

Settela Steinbach

Transport 95 vertrok op vrijdag 19 mei 1944 van Westerbork naar Auschwitz met 453 Joden en 246 Sinti en Roma. Met hun respectievelijk 41 en 123 kinderen.

Veel Nederlanders hebben nog altijd geen weet van de Pojamos, de vergeten Holocaust: de vernietiging van de ‘zigeuners’, die al in de jaren dertig van de vorige eeuw was ingezet. De Entlösung van de ‘Ziehende Gauner’, de ‘rondtrekkende boeven’, scheldnaam voor de Sinti en Roma. 
Het beeld van het meisje dat tussen een half geopende deur van een treinwagon naar buiten staart, staat bij veel mensen in het geheugen gegriefd als het icoon van de verschrikkingen van het naziregime. In de veronderstelling dat het een Joods meisje was. Maar Settela Steinbach was een Nederlands Sinti-meisje.

Josef Mengele en zijn ‘Roma-patiënten’
aan elkaar genaaide babies

Kamparts Josef Mengele experimenteerde in Auschwitz uitvoerig met jonge zwangere Sinti-vrouwen en tweelingen. De meeste tweelingen waren niet ouder dan vijf jaar.
Hij was zogenaamd heel lief voor ze, en gaf ze snoepjes. Ze vonden hem aardig, deze wolf in schaapskleren.
Hij spoot vloeistof in hun ogen in een poging de kleur ervan te veranderen. Hij naaide kinderen aan elkaar. Zij werden 
blootgesteld aan experimentele operaties, die werden uitgevoerd zonder verdoving. Hij was geobsedeerd door bloedtransfusies tussen identieke tweelingen. Het is bekend dat hij op die manier enkele van hen heeft laten doodbloeden. Er werden sex change-operaties op hen uitgevoerd en ze kregen injecties met dodelijke bacteriën. Na de experimenten werden ze doorgaans vermoord en ‘ontleed’.


In de aanloop van zeventig jaar bevrijding in Nederland besef ik wat een rijkdom het is om mijn kleinzoon in alle vrijheid te zien opgroeien. Vanzelfsprekend, lijkt dat…

(Zie voor meer informatie over de Pojamos een eerder blog.)