Dirk Friedrich Juncker
Eerbetoon aan Dirk Friedrich (Dick) Juncker
(Rotterdam 4 november 1907 – Pakan Baroe 8 maart 1945)
Inleiding
Op 4 mei 2021 schreef ik een eerbetoon aan mijn oudoom Dick Juncker. Op 15 augustus 2022 heb ik dat aangevuld met nieuwe informatie. Dick was een van de twee broers van mijn oma Ella Pestman Koning- Juncker. Hij overleefde als krijgsgevangene in het toenmalige Indië één van de grootste scheepsrampen uit de geschiedenis, die van de Junyo Maru. Vervolgens werd hij te werk gesteld aan de Pakan Baroe-spoorlijn op Sumatra en daar bezweek hij op 8 maart 1945 aan alle ontberingen.
Jeugdjaren
Dick (Dirk Friedrich) Juncker werd op 4 november 1907 geboren. Hij was de oudste zoon van Jan (Johann Michaël) Juncker en Paulien (Paulina Jacoba) Wiggers.
Vader Jan (mijn overgrootvader) was oprichter van de Juncker Rijwielfabriek in Apeldoorn. Moeder Paulien was een lieve maar eenvoudige vrouw die de carrière van haar echtgenoot niet bij fietste.
Ze was zo ongelukkig dat ze een zelfmoordpoging deed, men kon haar net behoeden van een sprong van het balkon. Ze besloot er vandoor te gaan met de pianoleraar, met hem dook zij min of meer oner in België. Zij liet haar echtgenoot achter met vijf jonge kinderen. De scheiding werd op 20 februari 1920 officieel uitgesproken. Na het vertrek van Paulien kwamen gouvernantes in huize Juncker, en werden de oudere kinderen naar kostscholen in Europa gestuurd.
Dochter Ella, mijn oma, zocht haar moeder soms stiekem per trein op in België.
Paulien kreeg met haar vriend nog twee zonen. Hun financiële situatie was allesbehalve rooskleurig. Het sierde mijn overgrootvader dat hij haar tegemoet kwam door bijvoorbeeld een nieuwe winterjas te sturen. De pianoleraar heeft nog aan de deur gestaan bij mijn opa Pestman Koning in Rotterdam. Hij wilde geld lenen. Zo geschiedde. De lening werd nooit afbetaald.
Van de weeromstuit haalde Dirk, lees Dick, van alles aan kattenkwaad uit. Hij verstopte rauwe eieren in de paraplu van pianoleraar nummer twee, stak brievenbussen in de fik, en ging via het luik in het souterrain stiekem op stap. Hij hield van het leven en van de meisjes. Meerdere keren moest mijn overgrootvader hem van het politiebureau ophalen. De maat was vol toen Dick een dienstmeisje zwanger had gemaakt. Nadien heeft mijn overgrootvader zich er overigens op toegelegd dienstmeisjes aan te nemen die vooral erg zo lelijk waren.
Nederlands Indië
Juli 1933 werd Dick naar Indië gestuurd, zoals zovele Nederlandse jongens die ‘niet wilden deugen’. Hij werd verkoper bij de handelsfirma Lindeteves Stokvis in Batavia, volgens overlevering op de afdeling Autozaken.
Op 5 maart 1936 trouwde Dick met Joki Huismans, een schat van een vrouw. Zij was Nederlandse van afkomst en woonde met haar ouders in Batavia. (1)
Dick kwam af en toe met verlof naar Nederland. Dan bracht hij de prachtigste cadeaus mee voor zijn zus Ella (mijn oma) en zijn twee nichtjes (mijn moeder Ellen en haar tweelingzusje Ineke). Het geld daarvoor ‘leende’ hij bij mijn oma, die dat nooit terugzag.
Krijgsgevangenschap
In Indië kreeg Dick een motorongeluk waarbij hij een hersenbeschadiging opliep. Zijn vader ging met hem naar de beste hersenchirurg in Nederland, maar die kon niets voor hem doen. Misschien is dat wel de reden geweest dat Dick KNIL-militair werd, rang Luitenant-Soldaat bij de Infanterie. Op 8 maart 1942 werd hij gevangen genomen. Vervolgens zat hij in drie verschillende kampen op Java.Half september 1944 maakte hij deel uit van een grote groep die zou worden overgebracht naar een kamp op Sumatra. Samen met ongeveer 2.500 Amerikaanse, Britse en Nederlandse krijgsgevangenen en 4.200 Indonesische dwangarbeiders zat Dick op het Japanse vrachtschip de Junyo Maru.
De geallieerden hadden de opdracht gekregen om Japanse vrachtschepen te vernietigen die zorgden voor de bevoorrading van Indië. Bij vervoer van krijgsgevangenen, zo was afgesproken bij de Conventie van Genève in 1942, zou een rood kruis zichtbaar moeten zijn op een schip. De geallieerden lieten zo’n schip dan met rust. Maar de Japanners lapten die afspraak aan hun laars.
Junyo Maru scheepsramp
Op 18 september 1944 vuurde de Britse onderzeeboot HMS Tradewind torpedo’s af op de Junyo Maru. Vier daarvan troffen doel. Binnen een half uur verdween het gehele schip in zee. Zeker 5.600 mensen kwamen om. Naar schatting 880 mensen overleefden deze ramp. Dit drama ging de geschiedenis in als een van de grootste scheepsrampen uit de geschiedenis. (2)
NAAM | RANG | STB |
Jamlaay, J. | sld | |
Jan, K.B. | sld | |
Jansen, J. | sgt | |
Jaroschka Pohl, E.P.von | sld | 2494 |
Jong, C. | burger | 19222/D |
Jongenburger, J. | sgt inf | 138898 |
Juncker, D.F. | sld aad | 204607 |
Tewerkgesteld aan de Pakan Baroe spoorlijn
Dick Juncker hoorde bij de ongeveer honderd Nederlandse overlevenden.
Hij werd alsnog naar Sumatra getransporteerd om daar aan de Pakan Baroe-spoorlijn te werk gesteld te worden. De omstandigheden waren meer dan erbarmelijk.
Een passage uit het indrukwekkende boek ‘Op dood spoor; Het drama van de Pakan Baroespoorweg 1943-1945’ van Henk Hovinga:
“De kampbevolking schommelt tussen de vijftien- en achttienhonderd gevangenen, van wie er de laatste maanden achthonderd liggen in één van de vijf ziekenbarakken. Het aanvankelijke dodental van twee of drie per dag stijgt gestaag tot in de maand maart 1945 een record wordt bereikt van 114 doden. Daaronder zijn 54 ex-schipbreukelingen van de Junyo Maru en Van Waerwijck’ (3)
Dirk Friedrich Juncker was één van die 54 mensen.
Op 8 maart 1945 bezweek hij op 37-jarige leeftijd aan de gevolgen van een darmontsteking en malaria. Hij werd aanvankelijk begraven op een ereveld ergens op Sumatra, en later herbegraven op de erebegraafplaats Leuwigajah in Cimahi op Java. Hij werd aanvankelijk begraven op een ereveld ergens op Sumatra, en later herbegraven op de erebegraafplaats Leuwigajah op Java.
Kampkaart
Bij het Nationaal Archief vond ik twee jaar geleden de kampkaart van Dick. Onlangs was een Japanse kennis van een vriendin zo aardig om de tekst te vertalen. Niet alleen de gegevens op de kampkaart maar ook de aanhef van de brief van meneer T.M. ontroerden mij.
‘Beste mevrouw Margreet de Broekert, Hij is gewoon de simpele kaart, maar dat geeft ons veel gedachten over zijn latere leven. Als Japanner bied ik mijn excuses aan en ik voel dat het mijn plicht is u te laten weten hoe uw oom aan zijn leven is gekomen. Dus hier zijn de details.
Jüncker Dirk Friederich, geboren op 4 november 1907, werd op 8 maart 1942 gevangen genomen. Beroep: arbeider bij autofabriek.
Naam kampfiliaal en reg.nr. 1 4000; 2e kamp van Java POW Camp 4071 Camp Branch Naam en reg nr. 2; 1e kamp van Java POW Camp 23114 Camp Branch Naam en reg nr. 3; 1e kamp van Maleis POW Camp 22117. Vertrokken om te worden overgebracht naar Maleis krijgsgevangenenkamp op 14 september 1944; Overleden om 2.30 uur op 8 maart 1945 (JA.119 P.125); Stierf aan enteritis en malaria (drie dagen koorts) op 8 maart 1945 (Begrafenis); ziek op 13 februari 1945; Plaats van overlijden: Ontvangststation voor patiënt op 1e Filiaal Kamp van Maleis Krijgsgevangenenkamp Pekanbaru Riau provincie Sumatra; Verwijdering van stoffelijke overschotten: Begrafenis. Begraven op begraafplaats Simpangampat Sumatra (JA24)
Hartelijk dank voor de mogelijkheid om in contact te komen met het leven van uw oom.
Hartelijke groet, T.M.’
De Pakan Baroe Spoorweg is na voltooiing in augustus 1945 nooit in gebruik genomen. Alle lijden is voor niets geweest. Dit document is een eerbetoon aan de lievelingsoom van mijn moeder.
- Joki Huisman is nooit hertrouwd. Ze ging terug naar Nederland. In 1995 gaf ze zich op voor een Pelgrimsreis Verre Oosten, georganiseerd door de Oorlogsgravenstichting. Of ze inderdaad gegaan is, is niet bekend.
- In 2003 was in Andere Tijden een documentaire te zien over de Junyo Maru: https://anderetijden.nl/programma/1/Andere-Tijden/aflevering/515/De-ondergang-van-de-Junyo-Maru
- De Harukiki Maru, voorheen de Van Waerwijck, onderging hetzelfde lot als de Junyo Maru. Op 25 juni 1944 werd dit schip dat op weg was naar Pakan Baroe door de Britse duikboot de HMS Truculent getorpedeerd. Aan boord waren bijna 1.200 Nederlandse, Britse, Australische en Noorse krijgsgevangenen. 178 van hen, waaronder 113 Nederlanders, overleefden deze ramp niet.