Bouvy-familie in voor- en tegenspoed

Bos van Bouvy, zoutfabriek, oorlogsellende

Sinds kort woon ik in wat tot 1960 een groot bos was, eigendom van de familie Bouvy, bekend van het Bouvy-zout. Onlangs verscheen in de rubriek ‘Uit de Bussumse Historie’ van BussumsNieuws een artikel van mijn hand over dit Bos van Bouvy.

Uit gesprekken met buurtbewoners naar aanleiding daarvan begreep ik dat zich binnen de familie Bouvy in de Tweede Wereldoorlog een groot drama voltrokken had. Maar niemand kon me precies vertellen wat er gebeurd was. Daarop besloot ik zelf op onderzoek uit te gaan.
Na veel speurwerk vond ik onder andere in het Streekarchief in Naarden een uitgebreid artikel in de Gooi & Eemlander van 21 maart 1995. Dat gaf niet alleen veel opheldering, maar raakte mij vooral diep.

Dit resulteerde weer in het artikel ‘Familie Bouvy in voor- en tegenspoed‘, dat in november 2013 in BussumsNieuws verscheen. Ik kwam eigenlijk ruim tekort aan de 400 woorden die voor deze rubriek zijn gereserveerd. Daarom op deze plek, voorafgaande aan het artikel zelf, nog iets meer over de geschiedenis van zoutziederijen en de overlevenden van de ramp van 21 maart 1945.

Zoutziederijen

Een zoutziederij of zoutkeet is een werkplaats, voorzien van een kookinrichting om een geconcentreerde zoutoplossing in te dampen en het zout, bij wijze van productie- en raffinagetechniek, te laten kristalliseren. Zout was (en is nog steeds) een essentieel product voor onder meer het conserveren en vervoeren van vis.
De zoutziederijen bevonden zich in de vroege Middeleeuwen binnen de stadsmuren. Maar omdat ze vaak grote stadsbranden veroorzaakten, werden de werkplaatsen later buiten de stad gebouwd.
De zoutziederijen kwamen op nadat de moernering (ook wel selnering of darinkdelven genoemd) in de 16e eeuw werd verboden vanwege het gevaar voor de kustverdediging. Tot die tijd werd ‘moer’ (veen dat door de zee was overspoeld) afgegraven om daaruit door verbranding zout te winnen.

zoutziederij De Pauw te Muiden

Omstreeks 1710 waren in Muiden maar liefst zes zoutziederijen, waaronder ‘De Pauw’. Ruw steenzout werd daar verwerkt tot onder andere tafel-, selderij-, hardkaas-, slagers- en badzout.

In 1838 kocht Johannes Jacobus Bouvy ‘De Pauw’. Daarmee kwam één van deze oudste, en destijds modernst geoutilleerde zoutziederijen, tot aan de sluiting van de fabriek begin jaren ’70, in het bezit van de familie Bouvy. Bouvy-zout was landelijk bekend, het zoutvaatje met de pauw stond op menig ontbijttafel.

Advertentie uit 1941

Familie Bouvy in de oorlog zwaar getroffen

Door een zinloos bombardement door de Engelsen, bedoeld om hotel Bosch van Bredius te treffen, kwamen Jan Bouvy, de acht maanden oude baby Pauline, de kinderen Irene en Jan, twee onderduikers, de schoonvader van Jan en huishoudster Annie om.

Alleen moeder Fiet Bouvy en haar vierjarige dochtertje Leontine overleefden het bombardement. Zij dankten hun leven aan de berg aardappelen waaronder ze bedolven waren.
Nadat Fiet in het Majella ziekenhuis hersteld was van haar verwondingen, werd ze ondergebracht in wat toen het meisjesinternaat Mariënburg was. Leontien kreeg onderdak bij huisarts P.H. Baggerman.

Van de villa aan de Hinlopenlaan 20 was niet veel meer over. Het puin heeft er nog heel lang gelegen en op de grond is nooit meer herbouwd. Na de oorlog keerde de weduwe Bouvy met haar enig overgebleven kind terug naar de Hinlopenstraat, waar ze tot 1968 op nummer 18 woonden. ‘Er wordt gezegd dat de verwerking van een dergelijk rouwproces beter gaat in een omgeving die je kent’, vertelde haar dochter. ‘Mijn moeder ging er vaak bloemetjes plukken. Ze beschouwde het, denk ik, als een soort graf. Ze heeft nooit veel over het bombardement of de oorlog gesproken, dat kon ze niet aan’.

Een paar jaar nadat haar tweede man overleed, brak Fiet met haar verleden en is ze in Italië, in een dorpje bij het Iseo-meer, gaan wonen. ‘Onze Hollandse’ werd door de dorpelingen op handen gedragen. Toen ze op 91-jarige leeftijd in 1994 overleed, waren ze allemaal aanwezig op haar begrafenis. 

Regelmatig vraag ik me af hoe ik in haar situatie zou kunnen overleven. Want dat moet het toch zijn, als je in één klap je man, drie kinderen en je vader verliest. 

(In Bussums Historisch Tijdschrift mei 2019 jaargang 35, nummer 1 schreef ik meer over deze twee zinloze bombardementen.)